Het werk van den Heiligen Geest - pagina 165

DE HEILIGE GEEST IX DEN MIDDELAAR.

hing

"Dit

af van de opeenvolging der dagen en jaren, die Jezus in de

dagen

zijner vernedering doorliep.

gelegd.

Maar daarom

meuschelijke

In kiem was

wijsheid in zijn hart

alle

wist Hij als kind van één jaar, door het middel zijner

toch nog niet

kennis,

van de Heilige

bijv.

Die had de Heilige Schrift

eeuwige Zoon.

Maar de

127

zelf

aan

Schrift.

Wel de

kerk geschonken.

zijn

menschelijke kennis van den Middelaar had volstrekt geen vrije

beschikking over

kennis. Integendeel. Terwijl de goddelijke

zijn goddelijke

kennis nooit iets leerde, maar alles van eeuwigheid af wist, moest de menkennis

schelijke

waarvan

de

den Heere daarentegen

in

van zichzelve

schelijke natuur

Evangelist

toonde

juist

wist de men-

aanleeren,

alles

is

dus die toeneming inwysfieid,

52 spreekt. Een toeneming, die niet

:

alleen

En

op de irerldng daarvan.

aanhoudende

het

zich

Luk. 2

in

maar

doelt op het vermogen,

Hier

niets.

daarin nu

doorgaande der vernedering van

en

Jezus, dat Hij, die alles wist naar zijn goddelijke natuur, eerst niets wist

naar

menschelijke, en wat Hij als mensch wist, eerst door aanleeren

zijn

onder de inwerking van den Heiligen Geest

Wat nu op

die wijze

toenemen

zijn

saamhangt. Niet

lichaamsgroei

onzer een,

als

toenemen

en in genade

grootte

in

zijn

toenemen,

d.

grooter

maar

niet tooverachtig,

als

kind op den schoot van Maria

van

zijn

werkelijk.

een

rijk-ontplooiden

grijsaard,

diep,

was,

vol,

heerlijk,

zoodat

Hij

als

De

de menschen.

bij

vohcassen geschapen, maar

moest Jezus ook naar het uitwendige

Hiermee

lag,

is

En ook

dit groeien

dit bedoeld.

ïoen Jezus

of als knaap in den tiramerwinkel

maar wezenlijk

zijn kinderlijk

en overdenkingen tred hielden met

wikkeling gezien

en

de menschelijke natuur met

pleegvader toezag, Mas Hij niet een schijnkind met

op de dingen, de bewegingen van dingen

God

bij

worden, groeien, zich ontwikkelen.

was

van

weten kwam.

wijsheid gold, gold ook van

Adam

als

c(h kind, geboren,

i.

te

in

bij

doelt op Jezus' lichaam en wat

»grootte''

den

van

ki)id,

gemoed,

zijn leeftijd.

alles overtreffend,

wat

al

de wetenschap

zoodat zijn

Wel was

bij

zijn

blik

gewaarwordie ont-

andere kinderen

knaap van twaalf jaar de oude rabbijnen

Maar hoe

krachtig, heerlijk en bezield

in

men

den

tempel

zich

dien groei, die ontwikkeling in het Kindeke Jezus ook denke, altoos

blijft

het toch de ontwikkeling van een kind, dat eerst op den schoot lag,

toen

loopen

tot

reeds

verbaasde.

allengs

leerde,

knaap en jongeling werd en alzoo opgroeide

den wasdom des mans.

En

gelijk

nu

de

Heilige Geest,

bij

elk verder uitgroeien

van Jezus'

menschelijke natuur, aanstonds aan de gaven en krachten, die in deze natuur

gelegd

waren,

een

verdere en ruimere werking schonk, zoo was het ook

met den stand van Jezus' menschelijke natuur tegenover God en menschen. Ook in xgenade" toch »bij God en bij de menschen" nam Jezus toe iets, ;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen