Het werk van den Heiligen Geest - pagina 243

APOSTOLISCHE INGEVING.

waarom

wij

Rome

aan

deze macht betwisten,

205

ligt

dan ook niet daarin, dat

zulk een macht aan menschen niet kan gegeven worden. Integendeel, aan

de

apostelen ivas die metterdaad geschonken.

heilige

Petrus was in

zijn

uitspraken ex cathedra onfeilbaar, en de apostelen konden absolutie geven.

Wat wij aan Rome betwisten is alleen maar dit, dat het elk recht mist, om deze macht van Petrus op den paus, of van de apostelen op de priesover

ters

Matth. 16

:

Daarvan,

dragen.

te

19

uit Joh,

als

20

we 23 ook maar het houden

zoo :

vol,

zoomin

blijkt

En

allerminst.

de uitoefening van zoo gansch buitengewone macht nu aan niemand staat, die niet in zeer duidelijke

van

tigheid

paus

in

en

op

alzoo

priester

zichzelf zulk een bevoegdheid

vrij-

bewijsstukken de geldigheid en waarach-

kan aantoonen, zoo ontkennen

opdracht

zijn

om

voegdheid

uit

overmits

wij

treden,

te

Romes

niet

ondenkbaar ware, maar overmits

wijl

alle

be-

op

bewijs

voor de geldigheid van hun voorgewende bevoegdheid ten eenen male ontbreekt.

Maar ook van den anderen kant wachte men toch

uit

averechtsche bestrijding van

geringschatting

van

den

Rome nu

weer niet

duidelijken, klaren zin des

indien

weiger

ik

Jezus' uitspraak en doet aan zijn

woord geweld

mondig toestemt en onvoorwaardelijk leefde,

Men

toegeeft, dat, zoo

En

ons dan onze zonden zou kunnen vergeven.

nog

hij

om

wege,

Het

een

bindende

verordening vast

men

niet vol-

evenzoo, dat Petrus, indien

te stellen

termen verleend, dat

in zoo besliste

zoo

is

wij

voor heel

stellig,

's

Heeren-

zijn

kerk.

de bevoegdheid

het niet anders dan omdui-

van het Woord kunnen noemen, indien iemand ons zegt: »Johannes

kon geen zonden vergeven", of ook iets

verwatert

een der apostelen

volkomen macht en bevoegdheid zou hebben van

staat er zoo duidelijk, Jezus' uitspraak

wordt ding

leefde,

aan, indien

dien apostel toe konden gaan, en dat deze apostel

naar

wij

tot zijn recht,

de apostelen een geheel buitengewone, eigenaardige

in

en bijzondere werking van den Heiligen Geest te erkennen.

nog

noch wat Hij

zei,

opstanding tot de gezamenlijke apostelen sprak, komt

zijn

om

te vervallen in

Woords, En dat nu

doen de Ethischen. Immers, noch wat Jezus tot Petrus

na

wél voor,

er zich

vast te

:

»Petrus had geen macht

Tegenover zulke uitspraken houden

stellen.'"

om

onfeilbaar

wij onverbiddelijk

vast aan de duidelijke en besliste uitspraak des Heeren, die gezegd heeft: »Gij,

apostelen, kunt 2cel

hebt

ivel

macht om

Maar na ben

te

dit alzoo stellig te

volgehouden,

dat

volstrekt niet op één

gansch

iemands zonden vergeven", en ook:

binden op aarde

exceptioneele

de

lijn

»Gij, Petrus,

!"

hebben erkend en beleden, en dus

heilige

apostelen

met de

te

heb-

overige geloovigen

stonden, eer integendeel bekleed waren met een

macht en begenadigd waren met een geheel eenige

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen