Locus de Consummatione Saeculi - pagina 453
College-dictaat van een der studenten
121
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
ook bepalingen van recht en billijkheid bestonden en dat het er slechts op aankwam, om die nog schuilende, nog niet duidelijke en nog niet geformuleerde bepalingen van recht te ontdekken, te formuleeren en door de Sanctie van de Souvereine macht van een land binnen het rechtsgebied van dat land positief recht tot geldigheid te brengen.
als
wetgeving en jurisprudentie
deze
Maar
altijd
was
reclitsstudie,
bij
gedachte praedomineerend
:
recht moeten
wij zoeken.
Wat
beteekent
dat
Wat
de uitdrukking
te onderstellen, dat
aan en geeft niet
nu
„recht zoeken?" Recht zoeken duidt het recht er buiten ons om is, dat het recht
'maar door een macht buiten den mensch gegeven is en nu de mensch zoekt op te speuren, poogt te ontdekken, hoe dat recht ligt. volgt nu daaruit ? Deze schijnbaar onschuldige, maar toch veel zeggende mensch,
door een
dat het recht zoek is. Denk u een wereld, waar geen misdaden geen wanbedrijf en overtreding plaats greep, zou er dan werden, gepleegd ooit in een land een strafrecht gemaakt zijn, zou dat denkbeeld van straf ooit zijn opgekomen, zou men er ooit aan gedacht hebben een strafrecht in te stellen? Natuurlijk niet, evenmin als een volmaakt gezond mensch een kruk zou gaan bestellen of een verband voor een stuk been; wanneer de maatschappij maar gezond was, dan zou er niet eens naar gevraagd worden.
ontdekking,
Het
men
dat
feit,
recht zoekt, toont dat de maatschappij, waarin
het
handelt en optreedt abnormaal
men
is.
Ditzelfde geldt van burgerlijke zaken. Ware er geen zonde op de wereld en de wet van het koninkrijk van Christus dezelfde als de wet van 't Paradijs, die niet alleen goed was, maar zoo dat zij sponte sua door iedereen betracht
waren de
dan
werd,
burgerlijke processen ondenkbaar, dan zouden er geen
en krakeelen over het „mijn en dijn" voorkomen, geen processen bestaan over infamie, want het lasteren van iemands naam zou niet bestaan kunnen; evenmin zou dan de vraag naar een burgerlijk wetboek zijn opgedoken, want waarom zou men dit maken. Geheel de bepaling van het recht zou niet bestaan. Zelfs zou er geen overheid, in den zin, waarin wij die ons
geschillen
denken,
zijn,
opkomend
in
want vanzelf zou in de pairia potestas en uit de patria potestas de familiën, die natuurlijke organisatie gegeven zijn, lüaarin alles
Ook Staatsrecht ware liep, daar alles dan zoo naar zijn natuur was. dan een ondenkbaar iets, er zou geen verhouding bestaan tusschen onderdaan en overheid eerst na de Babylonische spraakverwarring toch ontstonden er
vanzelf
:
Rijken en Staten. In
het
spreken studie,
feit zelf dus,
dat er recht gesproken wordt, en dat er
rechtsregelingen ligt
op
zich zelf
om
om
recht te
dan te komen tot de rechtsde erkenning, dat de wereld in abnormalen toestand
gemaakt worden
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's