Locus de Consummatione Saeculi - pagina 43
College-dictaat van een der studenten
41
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
We
hebben hier te doen met eene soortgehjke verandering als plaatsgreep Orpheus aan het graf zijner vrouw, toen hij als poëet (M)trad en de hel tegenvoer met de bekende woorden Est Deus in nobis, agitante calescimus Ulo. (cf. de Eurydice van Da Costa). De woorden van vs. 23 en 24, die voorafgaan, hoeren dus bij vs. 25 en niet, gelijk Delitzsch e. a. willen bij hetgeen voorafgaat aan vs. 23. Zij veronderstellen immers eenige karakteristieke, kenmerkende woorden en die zijn in het vorige niet te vinden. Men wijst wel op de betuigingen van onschuld, die in dit caput voorkomen, doch deze loepen door het gansche boek heen en zijn elders zelfs sterker dan hier. Bovendien zouden vs. 23 en 24 dan op die betuigingen van onschuld onmiddellijk moeten volgen en dat is hier ook bij
:
niet het geval.
De woorden van
vs.
24 zijn dus inleiding op
23,
vreemd aan de Hebreeuwsche meermalen voor. Wat zegt nu vs. 25 vv.? •JkXI
ik is
:
is
Psalmen
litteratuur. In de
niet
Zulk eene inleidan ook volstrekt
vs. 25,
ding als aankondiging van woorden van bijzonder gewicht
o. a.
komen
dus op den voorgrond geplaatst: „ik weet, mijn verlosser
wat
ongetwijfeld een terugslag op
hij
cap. 16
17s.s.
:
gezegd
zij
leeft",
heeft.
een innerlijke overtuiging, dat hij in den hemel een onschuld dat uit den hemel hem recht gedaan zou zijn onschuld kende. Dezelfde tegenstelling, waarvan daar in VS. 20 sprake is, hebben wij hier zijne vrienden scharen zich aan de zijde zijner tegenstanders en bespotten hem, maar zijn oog is op Grod gericht. En Jobs
In
hart
leefde
had van worden dat Eén getuige
zijne
;
;
:
nu met het oog daarop zegt
men
zal. Hij
hij
:
heb een
ik
^NJt,
bestaat niet in mijn verbeelding,
woord
staat hier in tegenstelling
een, die het voor mij opne-
maar
hij is
er werkelijk,
met het volgende
leeft;
dit
beeld
van den dood. Hij heeft niet de hoop meer, dat
hij
"IBI^:
""n
stof,
:
hij
als
zal blijven leven
;
Job voelt zich stervende, de G-etuige zal in het land der levenden niet meer tot hem komen. Maar toch Hij zal komen, ook als hij reeds „afar" is geworden en dit is hier het hoogtepunt van zijn geloof: de G-etuige zal eens staan op zijn stof tegenover zijne vijanden. „Hij zal de laatste over het stof opstaan."
Dat vijand.
het
is
hier de beteekenis
Het woord
piriN*
met Job gedaan,
uit
van
DP^^
:
„ik
sta
voor
je",
dan
zal de laatst
n.l.
tegen den
ieder
meent, dat
aangekomene, de
laatste, die
heeft adjectieve beteekenis; is,
staan als
de laatste, die op het tooneel verschijnt, het slottafreel leveren, de ontknooping geven: Hij zal hen allen vernietigen.
optreedt,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's