Locus de Consummatione Saeculi - pagina 106
College-dictaat van een der studenten
104
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
neemt evenwel niet weg, dat we tocli tot den slaap de toevlucht moeten om ons van dien staat een goede voorstelling te kunnen maken. De Heilige Schrift wijst daarheen in de genoemde uitdrukkingen, 't Opstaan uit de dooden noemt zij ook een iye^QBiv. En zoo v^^ordt ons dus door haar het denkbeeld van slaap vanzelf aan de hand gedaan. Wat nu slaapt, als v^^ij slapen ? Het lichaam maar niet de ziel. Onderzoekingen, ten opzichte van den slaap gedaan, bevestigen dit. De ziel is in den slaap wel ter dege wakker. Denk er slechts aan, hoe allerbenauwendst zij door droomen werken kan. En van den anderen kant: de slaap brengt ons intellectueel verder een 's avonds geleerde les zit er 's morgens vast in gedachten van den avond zijn 's morgens veel helderder. ,,La nuit porte conseil" zegt een Fransch spreekwoord. En dit ook wordt door de Schrift bevestigd, als zij den slaap en wel den allerdiepsten slaap, den droom neemt als openbaringsvorm. Slaap is dus niet een werkeloos worden van de ziel, maar veel eer van het lichaam. En toch ook niet van het lichaam geheel. Immers in den dusgenaamDit
nemen,
:
;
den „hazenslaap"
staat
kunnen doen, dat men
men
op en dat ivel zóó, dat
men
er een eed op zou
niet in den slaap is geweest, zoo druk
werkte de geest. Hoever gaat dus de slaap? Strekt hij zich uit over de spieren alleen of ook tot de zenuwen? Dit laatste is het 'em juist. Een slaap is dan verkwikkend, als de ipvxri, hersenen en alles, het gansche
Dat
dan ook een zeer groot
is
lijden.
lichaam, ongebruikt laat.
Maar met actieloosheid
men
zieleslaap
des lichaams;
slaap
zich
man, dan
wordt natuurlijk een slaap der dat
n.l.
zou overgaan.
de
En
ziel
dit
ziel
in een toestand
kan
niet.
bedoeld evenals de
van onbewustheid en
Dat bestreed Calvijn. Wanneer
hiertoe beroept op Luk. 16 de gelijkenis van Lazarus en den rijken zij
de aandacht gevestigd op tweeërlei
:
van deze beiden geschilderd wordt door Jezus vóór syne hemelvaart; zoodat daaruit dus geen consequentiën mogen worden gemaakt voor den tegenwoordigen tijd ze komen nog in de Scheool en 2^. dat zij beiden worden voorgesteld in deze gelijkenis als na hun dood nog 1*^.
dat
de dood
;
;
een lichaam hebbende;
immers
zij
spreken met elkander en dat was hier voor
de inkleeding der gelijkenis noodig.
De
Schrift leert ons, dat
heen gaat, waar Christus engelen Gods. Dit
Wat
is
—
na de hemelvaart
—
de
yv^ivóg, die zalig is,
en de engelen zijn en in den hemel voor ons het meest leerrijk. is
daar-
leeft als
de
Een engel is een ook een nvsviia, maar met een awfia omkleed. Daar nu de av&Qwnos door den dood zijn aafia verliest, is hij in den status intermedius enkel nvevfia en staat daarin met den engel gelijk.
nvEvfia,
toch
is Jiet verschil
tusschen een mensch en een engel?
asomatisch; een av^gwnog
is
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's