GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Locus de Consummatione Saeculi - pagina 401

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Locus de Consummatione Saeculi - pagina 401

College-dictaat van een der studenten

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

69 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). neiging tot een volmaakter^schoon, clan deze wereld ons in aanschouwing en haar tonenwereld aanbiedt. Hieruit, dat God door Gratia Communis negatief den

wansmaak

stuit

en

positief

het menschelvjk geslacht inprent zin voor het schoone

en verwantschap voor het hooge ideaal van Gods heerlijkheid, tvordt de

kimd geboren. Tweede zijde van de Gratia Communis in de kunst. God stelde den mensch in het Paradijs als heer der schepping. De mensch gevoelt zich vrij, niet met gearripieerd geweld of als agnuy^Lcc die vrijheid verkregen hebbend, maar omdat hij, als organisch met den nóaiiog in verband, als het hoogste wezen daarin, zijne superioriteit vanzelf gevoelt. Zonder de zonde zou de mensch op de wereld geen oogenblik een gevoel van benauwing 2^*.

of bedrukking door de overmacht der natuur over zich gehad hebben. Nu de zonde intreedt, wordt de harmonie tusschen mensch en natuur verbroken en de natuur in plaats van zich sympathetisch met de menschelijke natuur te uiten gaat den mensch overmeesteren; door hare disharmonie is de mensch niet meer in staat als heer tegenover haar te blijven staan. Dat dit zoo is, merkt men niet in onze steden en dorpen, wel echter in de binnenlanden van Afrika en Tibet, waar de timiditeit vanwege de natuur den mensch overvalt in de overmacht der elementen, en vrees voor wilde dieren. Door pestilentie en hongersnood wordt dit nog verergerd, zoodat men die natuurlijke macht tracht te verzoenen door natuuraanbidding.

Het is weer de Gratia Communis, die deze onnatuurlijke verhouding van mensch en natuur tegengaat. God schonk aan den mensch een vermogen, wat privilegiiim divinum is, nml. het vermogen om te scheppen. Niet echter zooals Hij zelf schept, zou de mensch kunnen scheppen, want dan zou 'turbildlich zijn. De mensch is ebenbildlich naar Gods beeld geschapen. God schonk den mensch dan een terrein, loaarop hij „ebenbildlich" zijne creatieve macht zou nabootsen, nml. het loonderlijk. terrein der verbeelding. "Wat nu in die verbeelding opkomt, haar innerlijk produkt naar buiten te werpen, te realiseeren opdoek, in marmer en in tonen is realiseering der kunst. Het kunnen op dit terrein bestaat nu hierin, dat waar de natuur als meerdere den mensch schrik aanjaagt, door de Gratia Communis de mensch de macht verkrijgt, iets te scheppen, wat in schoonheid, luister en harmonie

wat de natuur aanbiedt de macht om achter de natuur om een doen in het leven der volkeren en natiën en in de natuur scheppingen van zijne hand te stellen, waaruit blijkt, dat die mensch buiten de natuur om in verband staat met een hoogere majesteit dan deze door den vloek gebroken wereld. Zoo maakt de kunst den mensch vrij, houdt het overweldigende van de natuur op en begint de mensch tegenover de natuureene heerschende positie in te nemen. overtreft, al

greep

te

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's

Locus de Consummatione Saeculi - pagina 401

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's