Locus de Consummatione Saeculi - pagina 730

398 CoUeg-e-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). beletten slechts

Anlitypisch

te

ie

verkeerde dingen te doen, terwijl

in

dezen Psalm

dat de Overheid zeJf geen verkeerde dingen zal doen. de 02'^roeping voor de Overheden

hierin

ligt

de knie voor Jezus

dat

om

aan anderen gezegd wordt,

buigen,

maar met

om

geen enkel ivoord

is

Christen hieruit

te zijn

af te

de haar toevcrtroiavde maclit van het zivaard moeten gebruiken

zij

grijpen

in

zaken

beschermen der

der

en

religie

kerkelijke

aangelegenheden

en

leiden,

om

in

anders dan

ivijze.

72 VS. 10, 11. Uit deze woorden wil men afleiden, dat de Overheid als zoodanig geroepen is om de wet Gods naar de beide tafelen te handhaven. Intusschen staat hiervan niets. Er wordt hier eenvoudig gesproken van een Israëlietisch koning, en van hem wordt gezegd, dat hij eene zoodanige hegemonie over de omliggende landen en volkeren zal uitoefenen, dat de verschillende koningen dier volkeren hem cijnsbaar zullen zijn, dat ze hem als hun hoofd zullen vereeren en dat ze dit zullen doen ook met geschenken. e.

Ps.

In de eerste plaats

dezen Psalm

is

dit

antitypisch

de historische

letterlijke zin.

Ten

tiveedv

gedoeld op het koningschap van Christus,

wordt

in

maar dan

natuurlijk op den Christus in Zijn voortgaanden triomf, zooals Hij van liever-

lede

in

den loop der eeuwen

het Rijk der Heerlijkheid over

alle al

koningen aan zich onderwerpen

de woorden: alle koningen, want dit einde

der dingen daar

is.

Thans

is

Vervolgens staat hier

en in

is

eerst voor voleinding vatbaar, als het

het nog altijd het grootste deel, dat zich

tegen den Christus verzet en het kleinste koning der koningen. 3**.

zal

Zijne vijanden triomfeeren zal. Dit blijkt uit

niet,

deel, dat zich neerbuigt

dat alle koningen zich voor

voor den

Hem

moeten

maar dat zij zich voor Hem zullen neerbuigen. Het is hier dus geen gebod, maar eene 2)rofetie van wat de koningen doen zullen. Deze woorden hebben dus niets uitstaande met hetgeen men er uit afleidt. Christus als Koning, wordt hier niet genoemd als Hoofd Zijner kerk, als nBtpah) rov aioiicxrog, maar als antitype van de type, die IsraGls koning had, komt Hij hier voor, als dcgeen, aan wicn allo machten en vijanden onderworpen worden, opdat Hij daarna het rijk aan den Vader zal overgeven. Öp Christus wordt hier gedoeld als op Hem, wien alle macht in hemel en op nederbuigen,

'

aarde gegeven Overheid

is.

In

liet

minst

niet ivordt hier

gehandeld over eenige

relatie tiisschen

en Kt rk. Het gaat hier niet over de kerk, noch ovei' het Hoofd der

maar over den van God gezalfden Koning over Zion, den berg Zijner die wel is waar nu schijnbaar voor de volkeren dor aai'de onder moet doen, maar Die eenmaal zal triomfeeren, zoodra alle machten voor Hem

kerk,

Heiligheid,

zullen zwichten en Zijn rijk bestaan zal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen