Locus de Consummatione Saeculi - pagina 104

102

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

De Heilige

1.

daaromtrent aanduidingen, want

Öclirift geeft

is

zij

gegeven

voor de kerke Gods op aarde.

Volgens die Schrift nu is die toestand een tvjdloose toestand. De vraag is derhalve: in welk licht beschouwt de Heilige Schrift den tijd? Zij laat hem, in den vorm, waarin wij hem kennen, heginnen en eindigen. Openb. 10

:

Kal a^ioasv

6.

on

xqÓvo? ovk

sarcci bti-

want het

Dit wordt dus uitgesproken als een zaak van zeer veel gewicht,

wordt gezegd met een eedzwering en dat deze eed uitgesproken

dus

Hem,

bij

Want

Hem

de Schrift stelt in Gen.

Sg SKtias xhv ovgavbv naï

is.

Ook

dit is niet

voor den

1

En

niet toevallig.

tijd

bij

kkï TTjv &(xlaaaav

trjv yijv

maar

toevallig,

wien wordt

een tweeërlei begin

;

opzettelijk. t.

w.

de afwisseling van licht en duisternis, dus nog niet onze tijdreke-

door

a.

? Bij

Schepper

die de

is

ning; want b. op den 4" scheppingsdag worden eerst zon, maan en sterren geschapen en gesteld als „othoot" voor de gezette tijden. In ieder geval dus, hetzij in meer algemeenen, hetzij in meer concreten zin,

in

Genesis

1

ontstaat de

tijd.

Vóór de afwisseling van

licht

en duisternis was

het „choschek" op aarde en door die afwisseling ontstaat de

de indeeling van den

Om

tijd

verder

altijd

En nu gaat

tijd.

weer aan de hand van

die afwisseling.

geen „choschek" en geen afwisseling van licht en en dus geen tijd. De Schrift geeft verder een tegenstelling tusschen hetgeen atcóviog èv tm alavi is en hetgeen h ra xQÓva is en plaatst het leven Gods altijd h tó» almvi Ps. 90 4. „Want duizend jaren zijn in uwe oogen, als de dag van gisteren

Gods troon evenwel

duisternis,

maar

is

altijd licht

:

enz."

;

ziedaar de verhouding.

Ook de ervaring van het leven bevestigt dit, dat de tijd alleen merkbaar waar zich een afwisseling van toestanden voordoet. Aan de Noordpool b. v. is door de lang aanhoudende duisternis geen waarneming noch besef van tijd. Ook wij hebben in den droomeloozen slaap geen waarneming van tijd. Evenmin, als wij in een bewusteloozen toestand, in bedwelming verkeeren. De tiid kan alleen waargenomen door middel van een klok of door het zien van de

is,

verandering, de wisseling der toestanden. Zal tijd

nu daarom

in

den hemel ook geen duur zijn? Zeker wel. Immers

het elkaar najagen der oogenblikken, de tijd heeft derhalve geen

maar de eeuwigheid

duur, tijd

er

is juist

ook

lijner

gedeeld en

wel. bij

het resultaat, dat er geen zijn Ttdvru

van

Q8i.

liet

Duur vorige.

is

Naarmate de waarneming

fijner

de fijnst mogelijke waarneming is,

maar

dat

l)ij

den

tijd alles

is,

wordt de

komt men

,,im

Werden''

tot is,

er niet, wijl ieder volgend oogenblik leeft door den dood

Daarentegen

is

het eeuwige de duur,

omdat het

Ju't

~ijn is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen