Locus de Consummatione Saeculi - pagina 338
College-dictaat van een der studenten
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
hun een blijvend bestaan verzekerde. Of ze onder een heidensche was hun onverschillig; met de quaestie van huwelijkssluiting
erlangen, die
overheid stonden lieten
zij
wijze
zij
zich niet
in,
althans voor zoover de formaliteiten aangaat
met de overheid
contact
in
stonden,
er
werd
niet
;
op welke
verder over
Na
eene worsteling van drie eeuwen was de positie in den staat den overgang van Constantijn tot 't Christendom. Men dacht er evenwel niet aan den staat naar andere principia in te richten, maar nam
nagedacht.
veroverd
bij
eenvoudig de bestaande inrichting over, terwijl
men
slechts dit eene verlangde, dat
de jjlaats, die de paganistische religievormen in de staatsinrichting hadden inge-
nomen, zou vervangeyi worden door \ de Christelijke religie. De gedachte, dat Christelijke religie ook op de rechtsvormen en inrichting van den staat zelf invloed moest hebben, kwam niet bij hem op. Na Constantijn verkrijgt men dan ook in het Byzantijnsche rijk dit verschijnsel, dat men staat voor een gansch Heidensche staatsinrichting, geheel volgens Heidensche principia ingericht, waarbij aan de Christelijke religie verzocht wordt plaats te nemen in een Heidenschen tempel. De cardinale font der Christenen is dan ook, dat ze dit aanbod aanvaard hebben. De Heidensche ontwikkeling ging nu voort in Christelijke vormen. In de statuten der regeering worden allerlei dingen over de Christelijke religie opgenomen. De rechtsstudie lieten de Christenen aan haar eigen ontwikkeling over. Wel waren er ook wel Christenen onder de juristen en staatslieden, maar in dien zin, dat ze Heidensch met het hoofd en Christelijk met de belijdenis van het hart waren. Het werkte niet door. De zuurdeesem werd naast het deeg gelegd. De warme vertolkers van de Christelijke religie, de kerkvaders, lieten dit alles aan de jurisconsulti over. Daarop volgt een aandrang van Christelijke zijde om van den keizer gedaan te krijgen, dat de overblijfselen van het paganisme, vooral ten platten lande, zouden worden verwijderd. De hulp van den staatsarm wordt dus ingeroepen om aan de Christenen de eenige positie te verzekeren. Vanzelf sprak het toen, dat er haeresiën en schismata opkwamen en evenzoo als consequentie, dat de sterke arm van den staat te hulp Werd geroepen om de macht van haeresiën en schismata te breken. Dit laatste bracht voor keizer en ministers de noodzakelijkheid met zich mee om te weten, wat haeresie en welke de ware kerk was. Hoe zou de overheid haeresie en schisma
kunnen
wat waarheid was. haar geheel tamelijk eenstemmig stond, leverde dit geen moeielijkheid op. Men hield zich aan de groote massa. Maar toen het in den Ariaanschen strijd en in de geheele Christologische ontwikuitroeien,
Zoolang
keling
half
de
wanneer
Christelijke
om
half
zij
zelve niet wist,
kerk
kwam
in
te staan,
kon men op een algemeenen maatstaf
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's