Calvinisme en revisie. - pagina 33

31 heid.

wat

Iets

teerde

artikel

boven

te sterker spreekt, overmits uit het

hoe onze Calvinisten zich niet door

blijkt,

menteele gissingen of aprioristische deductiën uit de lieten

maar

leiden,

liefde

Gods

op de Openbaring ons in het

beriepen

zich

geci-

senti-

Woord gegeven, en daarom ook bij deze kleine kinderkens niets afdeden van hun verlorenheid in Adam, noch van de uitverkiezing als

den eenigen grond hunner zaligheid.

Deze hunne overtuiging omtrent de zaligheid der vroegstervende kinderkens

is

dan ook geen nieuwe

is gehecht, maar wat de Calvinisten steeds

het oude kleed

king

lap,

uit

die pas te Dordrecht op-

een rechtstreeksche gevolgtrek

nog beter zou gevoeld worden,

beleden, en

zoo

men

op

wat ook thans het

van

stuk

den Heihgen Doop niet zooverre van de leer der Vaderen was afgeweken. Thans toch vat men den Heiligen Doop meestal op,

op

koop

van

latere wedergeboorte, terwijl

Calvinisten steeds leerden, dat

onze

derstelling^

wedergeboorte

de

dat

dus aanwezig organisch

dat

men

doopte

als

destijds nog een juist inzicht in het van het werk Gods, en leerde diensvolgens

te onderscheiden heeft tusschen de onderscheidene

van de plante des

geloofs

is,

in de on-

het kindeke voorafging en

Men had

is.

karakter

men wel

doelen

men doopen moet

bij

dat er namelijk een zaad des

geloofs;

om

waardoor het vermogen

wordt ingeplant, en dat

te gelooven

den zondaar

dit is de principieele wedergeboorte,

of

de aanvang des nieuwen levens; dat voorts uit dit zaad des gede stengel des geloofs door een tweede werk van Gods ge-

loofs

nade ontkiemt;

dit geloof uitbot in de bekeering;

dat verder

eindelijk in geloofsdaden vrucht draagt.

een jong niet loofs,

nog geen sprake

kind

van uitbottend

geloof,

maar wel van het zaad

mogen

wedergeboren,

ontving, dien

Heiligen Doop.

den:

1*^.

dat

is

hoofde

En het wij

de

ge-

des geloofs, of het ingeplante galoofs-

dit ingeplante

uit

Nu kan er natuurlijk van een geloofsdaad, ook

noch ook van de ontkieming des

vermogen. "Wie nu heeft

zijn

en bij

zaad des geloofs of geloofsveren dus als

hij

sterft zalig,

en

recht op het zegel des Verbonds en den is

op dien grond dat de Calvinisten

kinderen

der

geloovigen

te

leer-

beschouwen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen