Locus de Consummatione Saeculi - pagina 288

286 College-dictaat van een der studenten (Dog-matiek).

Men mag dan ook

wordt geoordeeld en

niet zeggen: de x>ersoon

zijne tverken,

en het dus voorstellen, alsof het twee oordeelen waren, een principieel en een discursief oordeel. Er moet verband tusschen die beide bestaan, en de vraag derhalve maar: hoe die beide in verband staan? En dan is het antwoord: één enkel werk, hoe goed en heilig ook; geen enkele gedachte, hoe rein en zuiver ook; geen enkel woord, hoe voortreffelijk ook; komt ons ten is

niet

goede, tenzij het gedaan, gedacht, gesproken

De regel is ons daarvoor gegeven in: Rom. 14 23 ttccv 81 o ovv. è-n nibrscog, :

is

uit het geloof in

Jezus Christus.

ócfiagzLa tativ.

zulke werken, die niet uit het beginsel des geloofs voortvloeien, beteekenen niet alleen niets, maar zijn afiagria d. i. ze strekken ter verzwaring van

Al

het

En

oordeel.

richten,

los

wijsheid

is,

wel,

dat

omdat

elke poging

om

een eigen heiligheid op

te

van het kruis van Golgotha, zich plaatst tegen dat kruis, eigen die zich wil staande houden tegenover de ondoorgrondelijke wijs-

heid Gods. Cor.

9

beste

werk

1

het

den

18.

fiicQ'óg

bij

geloof

het

pulsus,

Hiermede drukt Paulus dit uit, dat dan alleen God heeft, als het voortkomt uit innerlijken imJezus Christus, waardoor het alzoo tot dvayyir] gewor-

17,

16,

:

in

is.

Wanneer men nu vraagt, wat het irethoek zal zijn, waarnaar geoordeeld wordt, dan moet daarop geantwoord: het richtsnoer is en blijft alleenlijk en uitsluitend de ivet Gods.

Of dan het oordeel ook niet gaat naar het Evangelie? Onmogelijk. Het kan niet anders gaan dan naar den eisch van het werkverhond. Het Evangelie kan in het oordeel niets te zeggen hebben als strafwet-

oordeel

maar

l)oek,

den

Borg.

het Alles,

treedt

wat

in

in

Met dien eisch treedt de

boek der

Wet

om

op

oordeel

het het

altijd

op.

als

Wet

getuigenis

van den intreden-

moet volbracht zijn. Daar kan niets van af. Maar nu staat,

aangaande den Borg, volmaakte offerande inbrengt; en op grond daarvan spreekt de Rechter uit, dat allen, die in dien Borg zijn opgegaan, met Hem één zijn geworden, in Hem voldaan hebben aan de Wet Gods (zie Catech. vr. 61). Daarom hebben we dan ook bij de behandeling van liet dogma der justificatie gezien, dat die justificatio eerst haar rélog bereikt in den dag des

treedt die

Evangelie

het

op

getuigenis af te leggen

zijne

oordeels.

Nu

is bij

iedere rechtspraak drieërlei noodig:

2".

de kennisneming van het feit; de beoordeeling van het feit naar de wet;

3".

het

l'^.

<»p

gi'ond

daaivan

te

vellen vonnis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen