Voor een distel een mirt - pagina 127
VIII.
,J^ü\ perliindect mij gedoopt
te
irordenT'
DOOP VAN VOLWASSENEN. En
alzoo
zij
ovei"
weg
reisden,
kwamen
aan een zeker water; en de kamerling zeide: Ziedaar water; wat verhindert mij gedoopt te worden ? Han.i. 8 36. zij
:
Bejaarden-Doo^''' i» een naam, die thans min welluidend klinkt, en door verloop van beteekenis eigenlijk onjuist is geworden. Thans immers zal niemand u onder de //bejaarden" rekenen, zoo ge niet van lieverlee de zestig nadert, en van een jongen man van twintig of een jonge dochter van achttien jaar, zal nu niemand ,/
meer zeggen //Ziedaar twee bejaarde personen." Maar in de dagen toen ons Doopsform ulier opgesteld deed men dat wel. Een heel oud man heette toen is, :
//welbedaagd"', en „bejaard" beduidde iemand, die tot jaren van onderscheid vvas gekomen. In de Statenoverzetting van de Heilige Schrift komt nhejaard"' dan ook ganschelijk niet voor, en wordt daarentegen herhaal-
van Abraham, Sara, David e. a. gezegd, dat ze oud waren en wclbedaayd. Maar ook die „Bejaarden"- of v Volwassenen-Doop," gelijk wij thans zeggen zouden, blijft daarom niettemin delijk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's