Locus de Consummatione Saeculi - pagina 226
College-dictaat van een der studenten
224 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
hadden gedacht,
dat,
terstond zou ingaan.
„Hoe
als
het
Lam
het boek
En daarom roepen
zij
uit
maar had, de heerlijkheid dan met groote stem zeggende:
lang, o heilige en waarachtige Heerscher, oordeelt en
bloed niet van degenen, die op de aarde wonen?"
Die
heiligen
in
(vs.
wreekt
moeten nog een kleinen Thans komt het zesde eerst
mede nu gepaard
ons
den hemel ontvangen nu eene aanvankelvjke verheerlijking;
ze krijgen witte kleederen ter voorbereiding voor de bruiloft des
Terwijl er
gij
10.)
tijd
rusten
(vs.
Lams; maar
11).
zegel.
was gebracht in het sociale leven, gaat daarschudding in de natuur: de gewone atmospherische
ontroering eene
verhoudingen ondergaan eene totale verandering (vs. 12 — 14). Als gevolg van dit alles zien we, dat de grooten en machtigen der aarde, die getuigen zullen zijn van al die openbaringen van Gods toorn, nog niet direct een daemonischen tegenstand tegen den Christus openbaren, zich nog niet terstond anti-christelijk tegen God over stellen, geen blijken geven van maar eene opwekking, eene schudding der conscientie ondertotale verharding gaan. Een algemeen besef van Gods mogendheden is nog overgebleven. Na deze openbaring van Gods toorn sociaal en tellurisch komt in Openb. 7 als pendant daarvan de teekening van wat in de kerk geschiedt. G-od de Heere brengt het in zijne kerk, die tot dusver met hypocrieten vermengd was, tot eene keuring, eene schifting. -Daartoe zendt Hij zijne engelen uit om zijne uitverkorenen te stempelen en te verzegelen. De getrouwen worden afgezonderd, 144000 werden verzegeld (vs. 1—9). In VS. 9 is van iets anders sprake dan in de voorafgaande verzen. Er wordt hier n.l. gehandeld van de kerk in den hemel, van het getal dergenen, die in de ^Urpi? fisydXri als martelaren gestorven, nu in den hemel gekomen zijn en het getal der gezaligden vermeerderd hebben. We lezen in vs. 4 van 144.000, en in vs. 9 van „eene groote schare" en dat moet niet chiliastisch opgevat alsof de eersten Joden en de tweeden christenen waren neen, maar de eersten zijn die, welke o/; de aarde verkeeren (vs. 3) en de laatsten die, welke in den hemel zijn; gelijk blijkt uit vs. 13 en 14 „dezen zijn het, die uit de groote verdrukking {^Uipiq (isydlr]) komen." De eersten (vs. 4 — 9) zijn dus nog op de aarde en zij nu worden wel voorgesteld als „de stammen Israëls" maar dit ook mag niet chiliastisch opgevat, alsof zij allen en uitsluitend Joden waren; neen, het is de gansche kerk op aarde, die altijd is en blijft tó 'logaijX rov Qsov; waarin, evenals in het symbolische Israël de organisch, menschelijk-goddelijke indeeling (3 en 4 de factoren van 12) blijft. De 12 stammen vormen één geslacht, één organisch geheel, Bij de opsomming is de stam van Dan uitgevallen, en zijn Manasse en ;
;
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 226](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's