Locus de Consummatione Saeculi - pagina 62

60 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek.)

vrome en goddelooze gedoopten beide soorten werden maar voor den een zal er na den dood nog heel wat nit te zuiveren eer hij tot de zaligheid komt; weinig voor den vromen geloovige, maar voor den goddeloozen vloeker. En zoo kwam men tot een tiisschenstaat

tegenstelling tnsschen

:

zalig; zijn,

veel

na den dood

als

een louteringsproces, afgebeeld en moest.

aangeduid door een vuur,

het vagernar, dat vagen, louteren, zuiveren

In

maar

dat vagevuur de kerk

is er,

komen dus

niet

de Joden,

de heidenen, de ongeloovigen,

de leden der zaligmakende kerk

komen

in dien tusschen-

van loutering. Het was dus geen oneere erin te zijn, maar een eere. De Doop is beding, eisch om er in te komen. Allen, die er in komen, worden zalig; maar om tot dien hoogen trap van zaligheid te komen, moet er een bittere ellende worden geleden, die erger is naarmate men met meer roestvlekken aan de ziel er in komt. Zoo ziet men, hoe de Roomsche kerk tot de leer van het vagevuur is gekomen; niet maar zoo in eens, door een inval, maar langzamerhand, als consequentie van een logischen gedachtengang (Gregorius e. a.. Conc. v. Trente.) Zoodra men nu zulk een tusschenstaat als een louteringsproces erkent, wordt onmiddellijk de activiteit van het genadeloven op aarde weggenomen staat

kerk veranderd. Uit een natuuiiijke oorzaak geschiedt dit. Als ben gedoopt en ik word dus zalig, als ik sterf; maar 't doet er niet toe, hoe ik leef; ook al sterf ik als een goddelooze, het komt toch terecht — dan komt de heele kwestie eenvoudig hierop neer: wat heb ik liever, nu een leven, waarin ik volop de genieting der wereld smaak en dan later de ellende der loutering van het vagevuur; of omgekeerd: nu een ingetogen leven van onthouding en ontbering en zelfopoffering en dan later een zeer geringe loutering van het vagevuur. En dan helt natuurlijk de beslissing naar het eerste over; het praesente genot gaat dan voor. En dit wordt nog sterker door de leer, dat het lijden van het vagevuur kan verminderd door de missen op aarde tegen zooveel of zooveel geld; d. i. dus een zondigen voor geld, de aflaatbrieven, vrijbrieven voor de zonde, de volkomen triumf van Mammon over Christus, de diep zondige gedachte, waartegen de hervoren

de

ik

zeg:

heele ik

ming met

alle

kracht opkwam.

Zoodra men nu eenmaal zulk een louteringsproces na den dood admitteert met de keus om hier te zondigen en later loutering of omgekeerd, moet wel heel het kerkelijk leven verplaatst in een richting, die op dat vagevuur afgaat. Want 1. in de kerk op aarde waren, zeg honderd millioen, in het vagevuur honderden millioenen: de gestorvenen van den Pinksterdag af; 2". die menschen in het vagevuur hadden haast. En zoo is de dienst der kerk grootendeels geworden een dienst, ten behoeve der zielen in het vagevuur in plaats van een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen