Locus de Consummatione Saeculi - pagina 679
College-dictaat van een der studenten
347
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
men
er tegen ingaat; neen, het
handhaven der
justitia is
dan het handhaven
en al is ook in de wetten van den staat de iustitia Dei op gebrelckige wijze geopenbaard, toch is de iustitia Dei, die er in uitkomt, het eenige motief, waarom de overtreder gestraft wordt. De overtreder tast dan het recht Gods aan, drukt het in, doch het recht Gods veert terug en wreekt zich om te toonen, dat de iustitia Dei machtiger is in de worsteling
van de
insiiUa
Dei
van den misdadiger met God. Een rechter spreekt niet recht als A of B, maar hij moet de iustitia Dei handhaven, die de overtreder geschonden heeft. Wanneer een rechter bestolen is "en hij, voor zoover hem aangaat, het gaarne vergeven wil, dan moet toch het recht zijn loop hebben, omdat de iustitia Dei aangerand is, en moet hij die als rechter handhaven, al is hij ook persoonlijk geneigd tot vergeving en kwijtschelding.
Het standpunt, dat we
hier
moeten hebben, Gods?
is
een gansch ander.
Is er iustitia Dei in het koninkrijk
Zeer zeker, lute
maar daaraan
voldoening
aan
de
is
voldaan. Het zoenoffer van Christus is de absoDei, en waar aan de iustitia Dei voldaan is
iustitia
er op het terrein van het Koninkrijk Gods geen sprake zijn van een recht, God handhaaft. Het recht is gehandhaafd en in het koninkrijk Gods geldt iets van den verzoenden toestand en van den staat van vergeving. Op het burgerlijk terrein daarentegen moet de iustitia Dei gehandhaafd worden en elke overtreding daarentegen worden teruggedrongen.
kan dat
Waar
dit
zoo
is,
volgt vanzelf^ dat de overgang van het Oude in het Nieuwe
Testament de iustitia Dei, gelijk die in het Oude Testament gefundeerd lag, in 't allerminst niet opheft. Naar den straks gestelden regel heeft men dan het principium van de iustitia Dei ook uit het Oude Testament op te zoeken, en de Overheid is van Godswege geroepen die principia iustitiae ook nu nog ten
handhaven. Met den overgang in het Nieuwe Testament is wel het dit op het rijk der genade doelde, maar wat op de iustitia betrekking heeft, als doelende op den uitwendigen levensstandaard onder de bedeeling van Gratia communis, is staande gebleven. Wat nu het speciale gebod van doodstraf aangaat, wordt in Gen. 9 vs. 6 de verplichting om den moordenaar te dooden door God zelf gegeven, eer er zelfs een volk van Israël bestond, want deze ordinantie is gegeven in verband met het Noachitisch verbond en daarom is ze niet alleen geldig voor Israëls maatschappij, maar voor alle menschen van den ganschen aardbodem. Het Noachitisch verbond is aangegaan met alle levende ziel van alle vleesch (Gen. 9 vs. 15). De ordinantie, dat moord met de doodstraf moet gestraft en de Overheid volle
te
ceremonieele weggevallen, omdat
geroepen voor
alle
is die
straf te voltrekken, is gefundeerd in de ordening, die
God gaf
menschelijk leven, en noch het optreden van Israël, noch het ver-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 679](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's