Locus de Consummatione Saeculi - pagina 373

41 €olleg-e- dictaat

van een der studenten (Dogmatiek).

worden ons gegeven eenige débris van stamboom on en wel zoo. tijd meest bekende volkeren er niet eens in voorkomen, daarentegen de nagenoeg onbekende wel. De débris zijn ongelijkmatig in verhouding, want van 't eene geslacht wordt een geheele reeks personen opgegeven, van 't andere slechts één. In het eene vers staan de namen der personen meegedeeld, in het andere wordt slechts van de natiën in plurali gesproken, blijkbaar, (^idat de stamvader onbekend was. Deze slecht geproportioneerde verhoudingen en ongelijkmatigheid in wezen proportiön

dat de in den ouden

en samenstelling

is

stukken,

historische

bewijs, dat

we

hier

met

die de opsteller vond,

traditie te doen hebben, en met waardoor tevens het kenmerk van

wordt uitgesproken. Dat deze volkerentafel hier volgt na Caput IX, den Noachitischen zegen, heeft het volgende onderbelang. Een Methodist zou, aan Gen. 9 toegekomen, alleen 't geslacht van Sem hebben genomen, en van Sem over Peleg tot Terah en van Terah over Abraham tot Israël gekomen zijn. Japheth en Cham zou hij, als voor 't Godsrijk onbeteekenend, ter zijde geworpen hebben. Allen, die alleen aan de Gratia echte traditie

waarde toekennen, moeten zoo handelen. Op tal van catechisaties wordt helaas zoo gehandeld, omdat velen de portee van die andere stukken in den Bijbel niet inzien en de hoogere beteekenis er niet van verstaan. Specialis

Plaatst

men

zich echter op het ware, het Calvinistische standpunt, dat

God

na den Zondvloed niet alleen het bijzondere genadeverbond doet voortloopen, maar ook het algemeene tot vasten vorm bracht; dat hij niet alleen een zegen aan Sem schonk, maar ook aan den stam van Japheth; dan spreekt het vanzelf, dat van dat oogenblik af die volkeren uit den stam van Japheth voorwerp van Gods voorzienig bestel en bestuur zijn, dat ze 'voor God een beteekenis •hebben, en dat, eer we tot Abraham komen, we hier de andere volkeren op zien treden om uit te spreken, dat ze van Godswege een missie hebben, waarvan de vrucht voldragen moet zijn tegen den tijd, dat Christus verschijnt, die den muur des afscheidsels zal doen vallen en een nieuwe orde van zaken doen intreden. Het is meer dan tijd, dat we den nadruk leggen op het feit dat Japheth een zegen ontvangt. Ons gansche wetenschappelijke optreden hangt hiervan af. Het verband tusschen de wetenschappelijke ontwikkeling van het menschelijk geslacht en het bestel Gods, ook wat de heilsidee betreft, wordt hier uitgesproken. Uit het feit, dat Japheth een zegen ontvangt, (afgescheiden van de bedoe-

•

ling,

die

volken

brengen

er

een dier

in

ligt

om

die volkeren tot Christus te brengen) volgt, dat die

hebben te vervullen gehad en dat ze taak van God talenten ontvingen.

taak

tot het ten uitvoer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen