Locus de Consummatione Saeculi - pagina 184

1

182

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). op

der

verhouding

de

natiën.

Dit licht

toe

hij

met

het beeld

van den potten-

18-24). Was God dan niet vrij in de schepping om zijn schepsel te bepalen tot datgene, waartoe Hij wilde ? En zoo toont hij dan weer aan, hoe het verschil tusschen Israïl en de heidenen vervalt. Van de Joodsche natie is hij derhalve afgedaald tot Abraham en van dezen hakker

(VS.

Schepping teruggegaan. Gods eigenlijk, geestelijk Israël moest door de syi.Xoyri opkomen en tot staving daarvan verwijst Paulus naar de profetie, in vs. 25 en 26 naar Hosea 1 10 en in vs. 27—30 naar Jesaja 1 9 en 10 22 enz. En nu trekt de apostel de conclusie ys. 30 s.s.: ed heidenen hehhen nu. het heil verkregen door de gerechtigheid, die uit het geloof is, hoewel zij niet naar

tot de

schepping uit de

:

:

:

gerechtigheid zochten; en de Joden zochten wel naar eene gerechtigheid,

kregen ^e

maar

haar zochten uit de iverken. Israël heeft zich gestooten aan denzelfden steen, waaraan de heidenen zich oprichten. En ook dit is niet toevallig, doch geschiedt volgens de profetie, 't Is dus niet iets nieuws, maar alles naar Gods bestel en openbaring. niet, wijl

Hoe wordt nu in

de

zij

de relatie tusschen de nieuiüe „kdhal" en de ruïnen der oude,

Joodsche natie met hare proselieten overgebleven?

deze vraag geeft: Cap. X. De zaak,

die

hier

beslissen

moet

is

Het. antwoord op

de regel van het navzl xm

itiazsvovtL (vs. 3, 4).

De Joden hadden een nationalen Jijilo? gehad om God te dienen, maar „zonder (vs. 2). Sommigen denken, dat dit beteekent „met mate, zonder geestdrift." Doch het is dit: ze hadden wel ijver om God te dienen, maar misten de kennis van de wijze, waarop dat moest; ze dienden Hem op eene wijze, welke in strijd was met de kennisse Gods (vs. 3). Ze hadden de èniyvaaig niet in de SiKaioavvr] rov @Eov. Voorts vatten ze niet, dat Christus was het niet de zedeivct, maar télog zov vónov d. w. z. dat met Hem de wet — d. verstand"

i.

beteekent hier letterlijk de Israëlietische bedeeling, de dienst der symbolische

schaduwen — had uitgediend. Toch was dit door den Heere

in het

Oude Testament alzoo geopenbaard,

zegt de apostel verder.

En dan

is

ook

zijne conclusie in vs. 16 v.v.

:

de prediking heeft plaats gehad

aan het woord ongehoorzaam geweest

doch Israël is denen daarentegen Jes. 65

:

1,

Cap. XI.

hoorden wel

en

ook

zich

nu

dit is

(vs,

19, 20, 21).

naar de profetie

(vs.

De

;

hei-

20, 21

2).

Conclusie:

Hoe

zal

die

verhouding tusschen de nieuwe

„kakal" en do ruïne van de oude in de toekomst regelen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen