Locus de Consummatione Saeculi - pagina 38

36

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

we

Daartoe wijzen dat

zich

zooals

op het

feit,

dat het geloof aan de onsterfelvjkheld der

dagen openbaart,

onze

In

individualistisch,

is

egoïstisch

ziel,

en

sj^irifualistisch.

P.

van nieuwe banden, van een hooger leven weet men wordt niets gevoeld; alleenlijk denkt men zich een

individKalistisch:

in deze voorstelling niet,

voortgezet familieleven 2<>.

egoïstisch:

ik

als

;

maar goed heb, zoo denkt de natuurlijke God daar is om voor de menschen te zorgen, om Hem te dienen, geen sprake. Geen dorst naar de het

mensch en de gedachte, van

heerlijk;

is

lust

daar

dat

eere Gods.

omdat men

niet

gelooft

eenvoudig een

zich

afscheiden van de ziel van wat hier

spiritualistisch:

30,

het

vleesches;

op aarde

is

aan de wederopstanding des

is.

Zoo nu moeten de beseffen van het onsterfelijkheidsgeloof wel zijn bij den mensch van nature.. De zonde maakt hem egoïstisch, de zonde wei'pt alles uit elkaar, is analytisch. tot het Oude Testament komt en waardoor dit zijn geloof zou worden bevestigd, ziet zich bitter teleurgesteld. Er is geen spoor van te ontdekken. Dit was de oorzaak van de groote bestrijdingen, die het Oude Testament ondervond,

Wie nu met

vraagt

naar

dit „onsterfelijkheidsgeloof

de

gegevens,

alsof het de onsterfelijkheid niet zou leeren.

Men vroeg niet, wat het Oude Testament dienaangaande leerde, maiu- kwam met zijn eigen gevoelen tot de Schrift en dat vond men niet. Daarvoor hebben wij den Heere te danken; God de Heere gaf ons eene openbaring, waarin op goddelijke

manier ons zondig gevoelen wordt bestreden, ons egoïstisch, indispiritualistisch onsterfelijkheidsgeloof wordt te niet gedaan en

vidualistisch,

door een ander vervangen.

De Heilige bolische

Dit

wil

Schrift leert ons het volk Israël

beteekenis zeggen,

heeft

kennen

als

een volk, dat sym-

en dat niet toevallig, maar het

dat datgene,

wat

geestelijk

waar

is

is ad hoc creatunr. van God, in den uit wen-

van Israël wordt afgebeeld en dat zoowel in de lotgevallen, als in den bestaansvorm van Israël. Egypte, het diensthuis, waaruit Israël wordt opgevoerd, is de wereld, aan welke de geloovige den rug heeft toetekeeren; door de Roode Zee, de woestijn, de Jordaan gaat de weg naar Kanaan, het beeld van des christens pelgrimage door dit leven naar land der ruste den hemel. Voor zoover Israël dus als symbolisch volk bestaat, ligt het' in den aard der zaak, dat er van onsterfelijkheid of hemel geen sprake kan wezen. Met digen staat

—

in

Kanaiin

te

zijn

moet

Israël zijn hoogste ideaal Ix'i-cikt aclitcn

:

een lang

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen