Locus de Consummatione Saeculi - pagina 346
College-dictaat van een der studenten
14
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
Zoo heette Diiitschland tot de vorige eeuw toe „Das lieilige Römisclie De keizer van Oostenrijk noemt zicli tlians nog „Römisclier Kaiser." Het begrip van keizer was papa civilis. De Pontifex Romanus liad de geestelijke, de Caesar Romanus de wereldlijke macht. Verder zijn er volgens de voorstelling van Bellarminus koningen en hertogen enz., afhankelijk van den keizer, en aartsbisschoppen en bisschoppen, die afhankelijk zijn van den Pontifex. Men zou zeggen, dat dit stelsel vrij wel loopt. Schrap het begrip keizer, (want dit begrip bestaat nu niet meer), en ge krijgt, wat ook de Gereformeerden belijden, dat de vorsten op aarde geen hoogeren potentaat of paus boven zich hebben, maar rechtstreeks regeeren hij de gratie Gods. Maar het fijne puntje bij Bellarminus is de vraag: mag de Paus eenen vorst afzetten, kan de Paus nog niet ontdekte landen weggeven alsof hij over de civiele macht beschikken kon? Hij gebruikt daarbij het beeld van ziel en lichaam en antwoordt dan, dat de Paus niet mocht beslissen, welke ontdekte landen, (Amerika en gedeelten van Azië), Spanje of Portugal zou krijgen. Evenmin mocht de Paus Jan Zonderland afzetten. Maar .... de Paus moest waken voor het zielenheil der menschen. Konden nu de bewoners van een ontdekt land alleen voor 't Christendom worden gewonnen, wanneer ze onder de tutela kwamen te staan van een Europeesche Christelijke mogendheid, dan eerst moest de Paus zich met de zaak inlaten. Zoo heeft de Paus, wanneer het zielenheil der menschen geschaad wordt, niet het recht de vorsten af te zetten, maar wel kan hij de onderdanen ontslaan van den eed van trouw aan hun vorst en door bedreiging met den banvloek zich gehoorzaamheid verzekeren. Rijk,
Reicli."
Op deze voorstellingen moet
gelet
om de
positie te begrijpen der Protestantsche
Dogmatici. Eerst wanneer de zaken in de war loopen, begint de dogmatische be-
Daarom hebben de Prot. Dogmatici dezen locus behandeld in antithese met voor hen onaannemelijke meeningen. Zoo kwam er een antithetische doghandeling.
matische ontwikkeling in antithese tegen de Roonischen, Anabaptisten en Erastianen. I. De Anabaptisten traden op met het beweren, dat de magistraat en het geheele civiele leven tot de in zonde verzonken menschheid, tot den ouden mensch behoorde. Een wedergeborene, als uit dien zondigen kring losgemaakt, mocht zich er niet mee besmetten. De civiele macht is volgens-
mag inlaten. Geen Christen mocht geen rechter of advocaat zijn, niet voor den i'echter gaan, QQew eed doen, niet 't zwaard dragen enz. Dit alles behoort tot de zondige wereld. De kerk van Christus is bij hen een geheel afgescheiden terrein. Uitgegaan uit het Egypte van de wereld had de Christen in de woestijn te leven, gevoed met manna uit de hand van zijn
hen
iets onheiligs,
waarmee een
Christen zich niet
mocht dan ook een staatsambt bekleeden,
hij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's