Locus de Consummatione Saeculi - pagina 389
College-dictaat van een der studenten
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
De bedenkingen daartegen zijn tweeërlei: 1. Wanneer we de verandering van het lichaam van een volwassen man nagaan en we meten die in zijn verbreeding en transformatie tot den dood toe,
als
en berekenen de jaarlijksche verandering, dan is het een valsche conclusie onze berekening opmakend uit het verschil in grootte tusschen het
we,
den moederschoot en den volwassen man, zouden zeggen, dat hij zijn. Het feit immers, dat de transformatie een zooveel langzamer proces doorloopt in den volwassen leeftijd, bewijst niet, dat het in de jongensjaren ook zoo en niet veel sneller was. Dit laatste wordt ook door het spraakgebruik bevestigd. Van een jongen of meisje zegt men, dat zij op zekeren leeftijd hun ,,schot krijgen." Op veertienjarigen leeftijd neemt men in groei zulk een stuk toe, dat het in geen proportie staat tot den lateren groei. Men heeft dus niet het recht om uit de snelheid van transformatie, die in een gevestigden
kind
in
1000 jaren geleden geboren moet
toestand voo7-komt, snel
gegaan
2**.
zijn
is.
te
condiideeren, dat het proces,
Uit wat nu
is,
mag men
om tot dien
toestand
niet concludeeren tot
te
geraken even
wat achter
ligt.
nergens dat de commoties en concussies gevolgen van de zelfwerkende natuurkrachten, maar dat er een ander Goddelijk agens
in de
de Heilige Schrift
leert
menschelijke ontwikkeling en in het proces der natuur heeft ingegrepen
Maakt men,
gelijk de
geologen een rekening op, die gebaseerd
is
op het na-
van de in de natuur sluimerende krachten, dan sluit men dezen Goddelijken agens uit, waaraan de Schrift juist die verandering toekent. Wie niet gelooft aan dien Goddelijken agens, kan het verhaal der Schrift niet aannemen met hem valt daarover niet verder te disputeeren. Evenmin kan een ongeloovige ons overtuigen, daar wij gelooven en op grond van de Schrift doen gelden de introductie van een Goddelijken agens in 't somatisch en psychisch proces, die uit den aard der zaak de macht heeft om elke transformatie te doen tot stand komen in een moment des tij ds. Vraagt men nu, van welken aard die werkingen zijn, dan merkt men allereerst ook stuitende werkingen op. Wanneer de vloek onmiddellijk zonder stuiting, had doorgewerkt, dan zou terstond na het Paradijs gebeurd zijn, wat nu komen zal hvj de parousie nml., dat t« öToix,ela xavoovfteva XvS^ijdeTai. Wat in de Openbaringen en in de eschatologische reden van Jezus omtrent het lot en de toekomst der aarde vermeld wordt, is uitwerking van den vloek, doch de doorwerking -is gestuit en ingetoomd. Daarom is er slechts een commotie geweest, bleef er een aardbodem met in zich sluimerende krachten over als eene groote daad van Gratia Communis. In de tweede plaats maakte God het aardrijk op allerlei wijze geschikt voor de tweede menschelijke ontwikkeling. We wijzen slechts op één punt, om ons tuurlijk proces
;
niei te zeer
met geologische
quaesties bezig te houden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's