Locus de Consummatione Saeculi - pagina 199
College-dictaat van een der studenten
197
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
nieuwe zonde. Als dan ook Immaniiël komt, dan moet Hij als het Lam Gods gedood; maar het geschiedt door zondaren, die wel Gods gericht aan Jezus voltrekken, doch daarom niet vrij uitgaan; integendeel zij 'openbaren daarin hunne eigene zonde op het hoogst, daarin ligt de grootste, de schrikkelvjkste uiting der zonde.
Het vonnis wordt geveld en voltrokken door Joden en Heidenen (Kajafas — zij ieder hun eigen bepaald aandeel daarin hebben. Heeft nu de profetie ons dit reeds vooruit geteekend ? Ja. Zoodra de profetie
Pilatus) terwijl
het snijpunt voorbij
smaad
ning in
is,
wordt ons de Immanuël geschilderd
als
eene verschij-
en vernedering, onder verwerping, eindigende in den bittersten
dood.
De als
toekent ons dus die „pèlè"
profetie
niet als
reeds triiimfeerende,
maar
ten slotte ten onder gebracht en vernietigd, terwijl dan eerst uit die ver-
het nieuwe leven opkomt. Dat is het hoogtepunt van het drama: doen aankomen op één persoon en dien toch geheel te doen verniedat tigen om dan uit die vernietiging juist den triumf te doen voortkomen is in het drama het hoogste aandurven. En zoo moet het, opdat. God de Almachitge alles doen zou zonder iets uit of van den mencsh. Micha 5:1. Reeds hier bij de aankondiging van de geboorte vinden we de kleinheid, den nederigen staat van den Messias aangeduid. Evenals Sloternietiging alles
te
—
dijk
in
het
niet
wegzinkt
bij
Amsterdam, zoo stond Bethlehem tegenover
Jeruzalem op Bethlehem neer. 't Was de groote hooge stad tegen het kleine, lage stedeken. En nu wordt de geboorte van dien koning gebracht naar dat nietige stedeken; en dit wordt dan weer vastgeknoopt aan de verkiezinge Gods, omdat daar het stamhuis van David was. Zeer bepaaldelijk wordt juist op die kleinheid van Bethlehem met nadruk gewezen. 1. Jes. 8 Het terrein, het arbeidsveld voor den Messias 22, 23 en 9 aangewezen, de scena, in qua prodiret; daartoe wordt Galilea bestemd en ook dit geteekend in kleinheid en nederigheid. Jes. 11 1. Dat kleine ook toegepast op zvjn eigen staat. Jes. 33 15 wordt Hij „een spruit" genoemd, dus weer iets kleins. Jes. 53. De bekende teekening van den ,,ebed Jahveh" in de onoogelijkheid ook van zijn persoon; „geen gestalte, dat wij hem zouden Jeruzalem.
Men zag van
:
uit
:
:
:
:
begeerd hebben." Zach.
9
veulen, een
:
9.
De Messias komt aanrijden
aanrennen op een
Doch
„aryn, rijdende op een ezel op een
jong der ezelinnen" en dat, terwijl de
niet
fier,
alleen
Romeinsche stadhouder komt
prachtig ros.
deze zijne conditie als van een verachte teekent ons de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's