Locus de Consummatione Saeculi - pagina 661
College-dictaat van een der studenten
329 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). die ordinantiën Gods kennen, zijn deze gededuceerd, zijn ze de norraa, moet de principia, waaruit de lex liumana en houden ze de autoriteit in. getoetst waaraan de lex liumana moet worden erlangt. Het huwelijk consciëntie de over waardoor de lex humana autoriteit èn uit de Goddelijke ordinatuur de van openbaring uit de b. V. bestaat en nantiën voor de verhouding van man en vrouw, ouders en kinderen, en alle
menschen op
aarde, en voor zoover
zij
zaken omtrent vaderlijke macht, verhouding van man en vrouw, erfrecht enz. altoos uit dat door God gestelde principium van het huwelijk opgevat. Elke lex humana, die daarop niet rust, gaat tegen de hoogheid van God in. De Fransche Revolutie verwierp God, maar maakte toch een huwelijkswet, die overeenstemde met de Goddelijke ordinantie, doch ze zei: niet God, maar ik
moeten
heb dit gedaan. Aan den eisch Gods is dus nog niet voldaan, als er overeenstemming van lex humana en lex divina bestaat, neen, de lex humana moet op de lex divina rusten.
menschelijke wetgeving rusten moet, is dus niet, dat de Overheid het zoo goed vindt, maar moet zijn, dat de vorst of Overheid in 't algemeen overtuigd is, dat God het zoo wil. Het beginsel, loaarop de lex
Het begrip, waarop
humana
rust
is
dus
alle
niet de noodzakelijkheid, de redelijkheid; niet,
omdat
het eisch
van de gemeenschap is, maar het moet daarin gelegen syjn, dat de Overheid eene ordinantie Gods voor haar heiüustzijn heeft doen opkomen, uit die ordinantie Gods logisch deduceert en daarbij acht geeft op de omstandigheden en gelegen-
waarop dat principium moet lüorden toegepast en dus ook vanself acht op de historische ontwikkeling van het volk, loaarvoor het de wetten geeft en
heden, geeft
op de historische ontwikkeling van de aangelegenheden, waarvoor die ivet ivordt uitgevaardigd. Wat nu het karakter betreft van het gezag, dat aan zulk eene
wet moet worden toegekend, dit is gemeenlijk een geheel ander dan het gezag, wat de kerk heeft in haar wetten en voor haar bepalingen, die zij uit de haar bekende ordinantiën Gods afleidt. De kerk n.l. kan geen wetten maken; zij kan wel regelingen opstellen, die zij aanduidt als naar haar overtuiging uit de wet Gods, d. i, uit Zijn Woord voortvloeiende, maar zooals onze Vaderen reeds de tegenstelling maakten, doet daarom de kerk nooit iets anders dan affirmare. Be Overheid daarentegen nunquam affirmat sed firmat. Daarmede overeenkomstig is in de Overheid eene onacht gegeven om gehoorzaamheid af te diüingen, terwijl de kerk elke divingende onacht mist. De kerk kan wel door censuur en tucht tusschenbeide treden, maar altijd is het daarbij hare bedoeling om de afvalligen terug te brengen, maar nooit bij manier van uitoefening van strafrecht. 2^. Brengen we het nu van het laatste punt terug op de vraag, in hoeverre het een en ander, nu en dan, de consciëntie bindt, dan volgt, dat eene wet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's