Locus de Consummatione Saeculi - pagina 293

291

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek.)

werken nooit een grein macht ontvangt om ten hemel üi te gaan. Dat kan alleen door de wedergeboorte. De absolute conditie voor het ingaan in het koninkrijk der hemelen is en blijft de rechtvaardigmaking door het geloof alleen in Christus en dien gekruist.

nu metterdaad het leven van Gods kinderen „Wie is voor het koninkrijk der hemelen. aalmoezen geeft enz., mijn Vader, die in de hemelen

Het jjseudo-Gereformeerde,

wijl

aarde geen onverschillige zaak

op

het verborgene bidt,

in

openbaar vergelden." onzen arbeid. Dezen prikkel bood de Heere ons uit genade aan, daar Hij het wist, hoe zijne kinderen ook na de geloofsverzekering van de vergeving hunner zonden en van hunne zaligheid, vertragen en verslappen kunnen en geneigd zouden zijn tot slordigheid van wandel. Tevens zien we hieruit, dat het komen van Gods kinderen ten oordeel volstrekt geene onbeteekenende, overtollige formaliteit is, maar noodzakelijk is. En dat wel om de volgende redenen: Allereerst, opdat ze ook Iv aw^an vrijspraak mogen erlangen. Maar ten zal het in het

is,

Metterdaad

is

er dus loon voor

tweede

moet de geloovige

plaats

heeft

in het oordeel komen, omdat dan de toewijzing van den stand, dien' hij in het koninkrijk der hemelen heeft in te nemen. „Zij moeten wegdragen, wat zij in het leven gedaan hebben, hetzij goed, hetzij kwaad." 2 Cor. 5 10; Apoc. 14 13; Matth. 5 12a; Matth. 6:1; Luk. 6 23; Hebr. 10 34, 35 en 36. (Er is tweeërlei vnaQè,ig d. i. vermogen, bezitting een hier op aarde en een in den hemel. De laatste is a. KQscaacov en [lïvovaa, b. een :

:

:

:

:

:

iJiiG&ciitcSoöia yisyalri,

eeuo vergelding des loons,

niet naar verdienste,

en

30;

22

1

:

der

zij

— 14

Matth.

van Christus; wie dat

svöviia yafiov mist,

met dat kleed bekleed

en 26; zij

staat

komt

1

toe uit genade,

Matth. 19

:

28,

29

5:4; Matth. op één lijn met die Petr.

het kleed der gerechtigniet tot de bruiloft, zie

ontvangen plaats, maar naarmate zij dichter bij, of Daarin komt hier het begrip

zijn,

plaats, al

verder van den gastheer, den bruidegom zitten. der heerlvjkheid

tnccyysXïcc.)

ligt de zaligheid,

dan toch ook verschil van

hebben

25

van het bruiloftsmaal;

In het bruiloftskleed

12 en 13. Allen, die

10:24,

komt ons

ze

c.

ze vloeit voort uit de

25:14-30;

(de gelijkenis

arbeiders.

heid VS.

Matth.

want

uit.)

De opvatting evenwel,

alsof in dat begrip der [noQ-unodooia een werkheilig-

heid zou liggen opgesloten, zoodat de zaligheid vrucht zou zijn van de merita legis, de onderstbovenkeering van het geheele Evangelie, is door den apostel Paulus uitdrukkelijk en genoegzaam bestreden. 11 — 15. Ook hier worden zaligheid en heerlvjkheid onderscheiden; Cor. 3 1 :

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen