Locus de Consummatione Saeculi - pagina 426

94 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). slechts

één professor voor de jurid.

fac.

Evenzoo was aan de andere univer-

men kon

het daar best mee doen. Daarnaast loopt aan den eenen kant eene universiteit, waar niets dan rechten en aan den anderen kant eene waar niets dan theologie werd onderwezen, (Cf.

siteiten de jurid. fac. zeer klein, en

de Sorbonne te Bij

Parijs).

de decretalen kwam ook het civiele recht. Zoo werd men doctor jiirls utrlusque.

Oorspronkelijk was daarbij geen sprake van een natuurkundige faculteit, evenmin van een letterkundige. Te dien tijde bestond er wel eene propaedeutische faculteit, artistarum faciiltas, welke door elkander Latijn, G-rieksch, mathesis, physica omvatte. In Duitschland noemde men dit later de philosopliische faculteit, zooals ook nog heden ten dage aan bijna alle Duitsche Universiteiten de natuurkundige en literarische

faculteiten

Dan bestaan

in

de eene philosophische faculteit zijn saamgegoten.

Men beschouwt het, alsof de artisten geen zelfstandig bestaan hebben, en hun faculteit slechts dienst doet als voorbereiding voor de theologische, juridische en medische, welke dan voor de drie eigenlijke faculteiten gehouden worden. Een professor aan de artistische faculteit wordt dan ook over de schouders aangezien als een soort lector, die iemand klaar maakt voor de inleiding in de eigenlijke faculteit. Opmerkelijk is nu, hoe het optreden van de faculteiten uit den practischen nood ontstaan is, om niet alleen den hoogeren geest voor civilisten te vormen, maar ook voor de medische kennis en die van het Canonieke recht. Bit alles heeft met ivetenschap tiiets te maken. Van lieverlee drong de wetenschap door en keerde het philosophisch element van GJ-riekenland terug sinds Cartesius en leefde Aristoteles weer op sedeti het Humanisme. er

maar

vier faculteiten.

Sedert de tweede helft der vorige eeuw erlangde die philosophische rijkdom van gedachten genoeg kracht om als zelfstandige macht in die faculteit in te dringen en als ontwikkeling van wetenschap in verband met de faculteit wetenschappelijk te gaan opereeren en manoeuvreeren. De vraag, of men in de Middeleeuwen en den daaraan voorafgaanden tijd zich van de roeping der faculteiten en der universiteiten geen denkbeeld vormde, moet bevredigend beantwoord. Dit was harej'oeping, dat ze alle gegeven waren uit het beginsel van strijd, als genadegave Gods de theologie om te strijden tegen de zonde de medische fac. tegen de ziekte en ellende de juridische tegen insubordinatie en de logische tegen de leugen. In den mensch was een gevoel en besef, dat in al die kennis een hooger motief lag opgesloten. De toespraken, ons uit dien tijd overgebleven en de toon van onderwijs droeg een edel en nobel karakter. Alle studenten stonden wel niet even hoog, maar zoo laag als tegenwoordig over 't algemeen de studenten staan, daarvan ;

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen