Calvinisme en revisie. - pagina 22
20
En
beheerschen.
nu
gelijk
de politiek het recht; in de sociale
in
studiën het welzijn; in de kunsten het schoone heerschend op den
mag en kan het niet moet de kennisse van God Almachtig het alles
voorgrond treedt, zoo ook, zegt de Calvinist, anders, of in de religie
beheerschende element
en naar dit theologisch element elk ander
zijn,
God moet wat ge van het
wat in het schepsel moet zich schikken naar uw belijdenis van het Eeuwige Wezen. Daarom kan uw theologie niet tot haar hoogste, organische ontwikkehng opklimmen, tenzij de belijdenis van uw God daarin den toon aangeve. En daarom zich schikken naar
zich voegen. Niet
maar
is;
al
schepsel belijdt,
ook kan het niet anders of èn religie,
het
zuivei'st zijn
Christelijke
en in betrekkelijken zin het hoogste staan,
deze vooropstelling van
God
den hoogen moed
om
wig,
van de
die opvatting
èn die theologie, èn die belijdenis moet vergelijkenderwijs
van
uit dit
grijpt
oogpunt
als
die
God zonder aarzeling aandurft, en
heel onze existentie, voor
te bezien en
van
uit dit
nu en
eeu-
standpunt te
verklaren.
Wie zijn
als
zondaar niet naar
medezondaren
vraagt,
beneden den Methodist, die achter zich laat,
maar
zijn
staat
eigen
natuurlijk
in het dringen
toch,
redding,
of
smadelijk
die diep
is
laag
wie de vraag
stelt:
Hoe kan ook
van mijn
staat nog hooger. Zeer stelhg steekt de Baptist,
van de noodzakelijkheid der wedergeboorte doordrongen
en daarnaar aan, die
—
van
op bekeering elk ander
mijne en anderer existentie weer een existentie tot eere
God worden?
die
al
is,
het andere afmeet, zeer verre uit boven den Armini-
waant aan zinsverandering genoeg
te
het een nóg hooger standpunt, zoo ik mij tot
verhef, en het aanbiddeUjk iverk Gods bewonder,
geboorte slechts het resultaat
is.
dan
Hem,
;
maar toch
die genereert,
waarvan
die weder-
met Luther, mij door het geop geen daad of werk van mijn
Yoel
loof gerechtvaardigd en steun ik
hebben
ik,
mijn standpunt geestelijk zuiverder dan dat der Roomsche kerk, maar toch klim ik nóg hooger op, zoo ik eigen geest,
is
indring in den oorsprong dier eeuwige rechtvaardigmaking, wier
sprinkader in Gods souverein decreet hutter in
ligt.
aanbidding voor den Christus
als
met den Hernmijn Heere en mijn God
Kniel ik
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 51 Pagina's
![Calvinisme en revisie. - pagina 22](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/calvinisme-en-revisie/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 51 Pagina's