Locus de Consummatione Saeculi - pagina 198

196

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). dat die onbekende,

voor,

dat kindeke, die Immanuël, die „ebed Jahveh" zelf

op eens begint te getuigen, dat Hi/j er reeds is. Jes. 49 1-4 en 1—4. Hier kondigt de „ebed Jahveh" zichzelf aan, „de Geest des Jes. 61 Heeren Heeren is op mvj enz." Dit is de yiaigog avaxpv^Ecog. :

:

We

de subjectieve lyjn reeds in het paradijs wordt gevindiopkomende; dat het dan verder heet: God is uw mensch uit ceerd lijn met Abraham overgaat in het öntQfia xov 'A^Qadfi. die daarna Dat Trooster. van hem loopt het door Juda naar David met de tegenstelling tusschen het symbolische huis en de menschelijke natuur; dat er verder bij Achaz geestelijke onbeduidendheid van Davids huis wordt aangetroffen en uitwendige achteruitgang en onbeduidendheid wordt geprofeteerd; doch dat tegelijk daarmede de „pêlê wordt voorzegd en naar zijne menschelijke en zijne goddelijke natuur wordt getoond en tevens hoe de vereeniging tusschen die beide door de werking zien

dat

dus,

den

als

;

des

Heiligen

dat

Hij

Geestes zijn zal;

reeds

bestaat

eindelijk,

dat Hyj zelf gaat spreken en zegt,

en in Israëls symbolische huishouding zijne roeping

vervult.

Het

liet

punt van

hem

zich

Gods

toebehoort,

—

nu

wedervaren van dien Messias? eerst de „pêlê geopenbaard en het topdenken, dat, de strijd uit zou zijn en alles, wat bereikt was, heihgheid neervallen. zou aanbidding in hem voor geheel andere lijn wordt ons door de profetie geteekend. De

Hoe toekent de

profetie

het

wanneer

een „ebed Jahveh", die door de solidariteit met het menschelijke geslacht, alle schuld en zonde draagt, is een voorwerp van Gods heiligen toorn. En hoe wordt die schuld aan Hem gestraft? Door vuur en zwavel, als bij Sodom en Gomorrah? Of door bliksem? Neen. Terwijl daar die Messias met zijne ontzaggelijke schuld beladen voor God staat, blijft toch tot op het laatste oogenblik het welbehagen Gods op Hem; en de straf laat God aan Hem volbrengen

Doch

door zondaars.

Zoo wordt het mysterie nog veel dieper. Nu zien we, dat de verzoening niet hierin bestaat, dat Gods Zoon in onze natuur ingaat en de straf voor de zonde draagt; maar, dat God de Heere de wraak over de zonde in de zonde zelf besloten heeft dat God de straf voor de zonde door de zonde laat voltrekken, opdat de zonde alzoo zichzelve veroordeele. De straf voor de zonde komt niet van buitenaf, maar van binnen uit. De zonde wordt den zondaar zelf tot schuld. Als Nebukadnezar aan Jeruzalem het gericht Gods volvoert, is het een zondaar, die straft en geschiedt het door een zonde, die voor hem ook zonde blijft. Dat is juist het wezen der zonde. De straf voor schuld en zonde doemt uit de zonde zelf op. God gebruikt de zonde als instrument om de zonde te straffen; maar het gericht, dat de zonde aldus voltrekt, wordt voor de zonde

maar

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen