Locus de Consummatione Saeculi - pagina 727

395 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). hier

aan Jozua opgelegd. Maar

ivil

men

onze Overheden moet ivorden opgelegd,

daaruit concludeeren, dat

dan zonden

1".

dit

ook aan

onze Overheden een even

God behoeven als Jozua kreeg, en toch, zulk eene openbaring ontvangen onze koningen niet. 2". Zouden onzo Overheden in dezelfde positie moeten verkeeren als Jozua, d. w. z. op dezelfde wijze moeten kunnen rekenen op de providentiëele leiding

rechlslreeksche openbaring van

en wondere ondersteuning des Heeren bij wat zij doen. De Heere toch zeide Jozua Zijn bijzondere wondere hulpe toe. Wanneer God de Heere nu door een daad van betooning van Zijne wóndermacht het zegel drukt op wat de Overheid doet, dan heeft dit gezag. Maar

onze Overheden ontbreekt die AVondermacht en zulk een steun wordt door niet toegezegd. Eveneens geldt hier, wat ook van Deui. 17 vs. 18—20

bij

God

want Jozua staat in de maken uit hetgeen geldt in de c. 2 Kon. 11 vs. 11-12.

aan gevolgtrekkingen

geldt,

Theocratie en het gaat niet

ie

Theocratie voor hetgeen geldt buiten de Theocratie.

De bewaard had, nam de oversten van honderd met de hoofdmannen en met de trawanten, maakte een verbond met hen, beëedigde hen in het huis des Heeren en toonde hun den zoon des konings (vs. 3). De trawanten nu riepen het koningskind tot hunnen In dit hoofdstuk wordt ons de zalving van Joas in den tempel vermeld.

priester Jojada, die het koningskind in den tempel

koning

Nu

uit.

men:

wordt de koning gekroond en bij de kroning symbool van macht uitgereikt. Er zijn hier tivee symbolen, 1 de kroon, die den koning wordt opgezet. 2*^. het boek van de torah, dat hem in handen wordt gegeven. Waar dit boek van de torah hem in handen wordt gegeven, beteekent dit, dat daarin voor den koning de regel van zijn gedrag wordt aangegeven. Om zoo te zeggen wordt de koning hier constitutioneel gebonden aan de torah van God. Dat dit zoo is, kan niet betwist. Wel betwisten ive daarentegen, dat er uit wordt

zegt

hem

in vs. 11 en 12

het

*'.

volgen zou, ivat

Wanneer

bij

men

er uit afleidt.

het sluiten van een huwelijk aan het echtpaar door de kerk

een Bijbel gegeven wordt, wil

om

dit niet

zeggen, dat

man

afgoderij uit te roeien en ketterij te weren,

en vrouw geroepen worden

maar

wel, dat

zij

uit dien Bijbel

moeten nemen, wat op hen als getrouwde personen in hun huwelijksleven betrekking heeft. Zoo kan men aan iedereen in elke betrekking een Bijbel geven met de bedoeling, dat hij daaruit zal nemen, wat hem aangaat, zoo voor een koning, dat hij in dat getuigenis vinden zal, wat er voor hem in staat geschreven en wat alleen aan hem opgedragen is. Dit alleen ligt in het uitwendige van dit symbool bij de zalving eens konings. Metterdaad toch ligt er voor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen