Locus de Consummatione Saeculi - pagina 722

3ü0 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

„En

dewijl

de

kerk

een

gezel-

of'

genootschap

is,

soa heeft ze builen twijfel

hare voor zich bijzonder eigen regeering." De kerk heeft dus als zoodanig haar eigen bestuur. Daarmede werd de

zelf-

van het bestuur der kerk naast het bestuur van den staat gered en als zoodanig was dit een goede scheidsmuur, maar de woorden, dat de kerk een genootschap is, zijn gevaarlijk, omdat zij de idee laten binnensluipen, waaruit later het collegiale begrip is opgekomen. Wel moet er op gelet worden, dat Maastricht bij alles, wat hij aan de Overheid opdraagt, er aan toevoegt: „•alleen indien dezelve geloovig is". Want hoeveel critiek er ook te oefenen is op wat de Gereformeerden leerden, toch mogen we nooit voorbijzien, dat, wat zij over de Overheid zeggen, alleen bedoeld is ten opzichte van eene „geloovige" Overheid. Bij d Marck komt dezelfde uitspraak voor, daar ook hij uitdrukkelijk tot conditie stelt, dat dit niet voortvloeit uit het ambt van de Overheid als zoodanig, maar als door een saam voeging met het Christelijk geloof is ontstaan, terwijl hij nader adstrueert, dat, wil men dit toepassen op ongeloovigen of kettersche Magistraten, eene groote ongerijmdheid zou plaats hebben. Merch, Gap. 39 § 31 pag. 949. standige

positie

Over het ius circa sacra sprekende, vervolgt hij „en hoewel de macht omtrent dezelve niet zoo zeer vanzelve :

der

Overheid,

hebben, als wel uit

vloeit uit het

ambt

anders ook in de ongeloovige Overheden zoude plaats deszelfs tezamenvoeging met het ware geloof der Christenen, die

deivijl

kunnende hetgeen van ongeloovige of kettersche Overheden hier gedaan wordt niet anders dan als een onrechtvaardig getveld ivorden aangemerkt.". Duidelijk wordt hierin uitgesproken, dat in het ambt der Overheid als zoodanig geen enkele bemoeiing met de kerk volgt en dat al wat onze Gereformeerden aan de Oveilieid opdroegen niet opgedragen werd aan de Overheid, maar aan den persoon van de Overheid, omdat deze persoon tevois Christen is. Zich noemende Gereformeerden in ons land beweren, dat de stelregel van art. S6 ook nu nog zou golden. Dit is evenwel een onmogelijkheid, omdat de Overheid thans ongeloovig is en de uitspraken der Gereformeerde theologen de geloovige Overheid bedoelden. Van Maastricht, Lib. VII, Cap. VII § 10, draagt drieerlei op aan de burgerlijke Overheid; als 1.

den plicht

2^.

de macht

3.

de zorge

1.

a.

veen

maar

dezelve geloovig

is.

bescherming ;

om te or dineer en ; om aan te zetten en

te

dringen.

Onder den plicht van bescherming vallen de volgende punten de bescherming moet bestaan in het weren en wegdoen van (die uitwen:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen