Locus de Consummatione Saeculi - pagina 50
College-dictaat van een der studenten
48 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek.) Diezelfde voorstelling
is
bevestigd door den Cluistus aan het kruis in den Uwe lianden beveel Ik mijnen geest" en „Heden
dubbelen uitroep „Vader, in zult
met
gij
Mij in het paradijs zijn",
waarmede
Hij uitsprak, dat zijn ziel
zou gescheiden zijn van het lichaam, wijl de eerste niet met het laatste het graf zou nederdalen, maar zou verkeeren in het paradijs (liUk. in
23:43 en Luk. 8
46.)
55.
:
De geschiedenis met het dochtertje van Jaïrus. Jezus gaat met de drie discipelen en den vader en moeder in huis, troost hen en zegt: fii] -nXaisre en daarna ècpcóvrjos léycov. 'H noLS, êysÏQOv. En haar geest STtéatQëips. Dit èniGZQécpsiv nu is
onmogelijk, tenzij er eerst een
ktcisvch.
had plaats gegrepen.
Luk. 16 22, 23. Volgens de voorstelling van den Heere Jezus had er met Lazarus en dien :
man
rijken
P.
drieërlei plaats:
stierven beiden;
zij
werden begraven, hun lichaam ging in de aarde; 3". daarna ontwaakte hun ziel, de een êv^JStj, de ander êv iivl7ccp"A§Qciccfi. 42-46. 1 Cor. 15 Hier is weer sprake van het lichaam, dat begraven wordt; het aüfia verkeert dus in afgescheidenheid; het zinkt in het graf h aaO'sv^ïa en dan sysïQstai dus weer afgescheiden van de ziel èv êwaiist, èv Só^rj enz. 2^^.
zij
:
Eom.
7
24.
:
Tig us ^vastai
sv,
rov Gcófiarog tov ^avarov tovtov; Qvasrai d.
i.
uithalen, uittrekken
;
wanneer nu mijn lichaam uit iets uitgehaald zal worden, dan moet het ook in iets liggen. Als ik in het water gelegen heb en er nu niet meer in lig, dan ben ik er uitgehaald. Uithalen uit iets veronderstelt dus liggen in iets. Zoo nu weet Paulus te verkeeren êv acónatL en zijn verlangen strekt zich daarheen uit om uit dat lichaam uit te komen, uitgerukt te worden. Daarin ligt derhalve het uitrukken van het een uit het ander, een scheiding. Matth. 10
:
28.
van het aafia en dat van de tpvx^ wordt als twee geheel onderscheidene dingen opgevat en dat wel zoo, dat de niensch wel kan raken aan het lichaam, maar niet aan de ziel, waaruit derhalve volgt, dat deze beide bestanddeelen bij de mors temporalis uit elkander worden gerukt:
Het
anoKTÉïvsiv
20; Hand. 20 10; Openb. 6:9; Openb. 20 4 Openb. 11:8; Matth. 24 28 Matth. 14 12 Hand. 9 40 enz.
Zie verder: Luk, 12 6
:
39
;
:
Jac. 2
Do duidt
:
;
:
;
;
Mare.
:
26.
hoeft het over de verhouding tusschen niang en f'gycc en deze door die van acouK en TTVfvuu vu gelijk nu rn acö^a x^gh^tvi^vuciTog aan
apostel hij
:
:
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's