Locus de Consummatione Saeculi - pagina 659
College-dictaat van een der studenten
327 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
aan
kinderen gezin
den
vader,
van het gezin onderworpen
a]s hoofd
zijn.
In dat
bestaat nu weer hbertas, een vader toch heeft een beperkt gezag
zelf
over zijn kinderen. In de gehoorzaamheid van het kind aan den vader
ligt
de
van het kind. Altoos blijft er een stuk op het levensterrein over, waarop geen subditio aan menschen bestaat, n.l. de libertas conscientiae, waarop onze Vaderen ook steeds den nadruk gelegd hebben. V. Wanneer we zoo de rijke en volle formule, dienaresse Gods, verstaan, libertas
volgen
daaruit
verhouding
die
raakt
het volk.
tweede: hoe en 1
De
"^,
eerste
humanae
tot
stellige
tivee
geraken.
te
De tot
quaesties
De
eerste vraag
om
eerste is
dan,
verder tot een nadere bepaling van vraag raakt de Overheid, de tweede
hoe
7noet de Overheid regeeren?
de
hoeverre moet het volk de Overheid gehoorzamen?
vraag is in de § gereduceerd tot de andere, hoe de leges stand komen, omdat het van die zijde is, dat we daarmee in
de dogmatische behandeling te doen hebben. Hier behandelen
Gods Woord
we geen
staats-
waarop het staatsrecht gebouwd moet. Dit punt nu behoort bij de leges humanae. Er is een lex divina en eene lex hitmana. Nu gaat de Overheid niet zeggen, wat de lex humana is om daarna de lex divina in te perken, maar God bepaalt, wat lex divina is. Daaruit vloeit voort, wat lex humana is en op deze wijze hoort dit in de Dogmatiek thuis. Wanneer we de lex, de potestas legum ferendarum uit de algemeene potestas uitlichten, bepleiten we daarmede volstrekt niet de deeling der macht. De trias politica bestaande uit tvetgevende, besturende en rechterlijke macht is onzinnig en ongerijmd. Als dit zoo was, dan zou God in elk land drie afzonderlijke personen als majestates hebben moeten aanstellen, om te regeeren, wetten te maken en recht te spreken. Ze zouden dan alle drie, onafhankelijk van elkander, alleen mandaat van God moeten hebben. Maar nooit kan, dat er recht,
]naar
halen
de
principia
uit
één dienaresse God is, die als zoodanig een trias De geheele indeeling der trias politica is daarom
op,
politica
zou constitueeren.
alleen onzinnig,
omdat
uit
den aard der zaak justitia gesproken wordt naar wetten en de rechters, die een van de drie groepen zijn, niet onafhankelijk, maar aihankelijk zijn van de wetgevende macht. Een rechter moet recht spreken naar de strafwet in afhankelijkheid van de wetgeving en is daarom nooit souverein. Neen, geen
maar wel één macht, die in drie functiën nitdeze drie zelf geen machten, maar organen. Waarom zou een
trias politica is hier de bedoeling, treedt.
Dan
zijn
koning niet drie colleges kunnen aanstellen om wetten te maken, het land besturen en recht te spreken ? Daartegen is immers niets te zeggen, mits zij het doen in naam des Konings. In naam des Konings moet het recht gesproken, te
met
zijn'
naam moet
de Koning de wet onderteekenen, zal
zij
van kracht
zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 659](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's