Locus de Consummatione Saeculi - pagina 151

149 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek.) voorbeeld;

vervloekten,

zijn

zij

ewige Jude"). Tegenover

dit

Anti-Judaeisme

vorm toch nog eenige

beteekenis,

een levend teeken evenals eens Kaïn („der heeft

Chiliasme

het

omdat het

ook in

zijn

zwaksten Joden

uitspreekt, dat een deel der

nog tot bekeering komt. Daarin toch ligt uitgedrukt, dat de Joden niet onvatbaar geworden zijn voor bekeering. In het feit, dat zij nog aanwezig zijn, in hun voortbestaan moet de bewarende genade Gods over hen worden gezien; er blijven altijd nog banden des verbonds tusschen Grod en hen liggen. Zoo hebben we hier dus twee vlak tegenover elkaar staande voorstellingen. 4. Tot de meest gearrêteerde opinlen kwam de christelijke kerk door Augustlnus. De eerste actie ging uit van Origenes, Clemens Alexandrhms e. a. Maar Augustinus gaf eene vaste belijdenis ook op dit punt. Bij

hem

Ten

vinden

wc

Israël

eerste:

tegen het Chiliasme deze momenten: eene plant, bestemd om eene bloem te dragen en

is

vrucht te zetten, en die vrucht

Waar

Hij

geboren

is,

is

geteeld in den Christus.

heeft Israël derhalve als vleeschelijk volk zijne roe-

Israël als natie geen andere beteekenis meer dan de Vóór Christus' geboorte was het exceptioneel; maar na de Vleeschwording des Woords vervalt de ratio, waarom Israël nog eene exceptioneele positie zou innemen. Ten tweede: Reeds in het oude Israël moet onderscheiden worden tusschen:

ping

voleind,

overige

a.

heeft

volken.

het besneden volk;

b. het geloovlge,

getrouive volk.

Het eerste was loof en blad; het andere de eigenlijke stam, het eigenlijke zaad van Abraham, de geestelijke kinderen Abrahams. Waar nu deze stam van Abraham in Christus zijn bloem en vrucht voldragen heeft, wordt deze Christus in de wereld ingedragen en wordt ieder, die zich door het geloof aan dien Christus hecht, het zaad van Abraham. Ten derde: Eerst Christus.

is

er een vleeschelijk Israël; dat draagt zijn vrucht in

Maar nu ontstaat

er

eene

tegenstelling: er

dat vleeschelijke Israël en dien Christus.

verwerpt den Christus

;

wie Christus

Wie voor

kiest,

breekt

den

moet gekozen tusschen

het vleeschelijke Israël kiest,

met het

vleeschelijke Israël.

Alzoo moet elke Jood, die tot bekeering komt, niet alleen in Christus gelooven, maar ook renuntiëeren zijn Joodsch bestaan. Hij moet dus nog meer doen dan een heiden. - Deze tegenstelling gaat de wereld door; de breuke bij het kruis van Golgotha. De schuld, bij dat kruis beloopen, wel de schuld van het geheele, menschelijke geslacht; zt'?^' hebben evenzeer den Christus verworpen als zij. Maar toch, zij schuldiger, omdat zij nader bij den Christus stonden. „Hun waren de woorden Gods toebetrouwd." In de

werd geslagen is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen