Locus de Consummatione Saeculi - pagina 565

233 College- dictaat van een der studenten (Dogmatiek). 1;

VS.

Jer.

23

Ezech. 37 vs. 22, 24; Micha 2 vs. 13; Zach. 9 vs. 9, 1 Kron. 28 vs. 4 liggen beide, 't typische Koningschap van Christus in kiem en potentie in elkander vs. 5;

In 2 Sam. 7 vs. 14 en ten deele in

en

liet

reëele

gevlochten.

In

't

Nieuwe Testament wordt, nadat Christus gekomen

geconstateerd in

is,

de

TtlrjQaeig

:

Joh. 18 VS. 33; Joh. 1 vs. 50; Hand. 17 vs. 7; Openb. 17 vs. 14 en tal van andere plaatsen, waar niet de naam BaaiXsig, maar Kvqios voorkomt. Conclusie: Indien God de Heere voor de regeering van Zijne kerk on van Zijn geestelijk volk genomen heeft niet het type van den herder, hoe

vaak dat ook voorkomt; niet het beeld van een' vader, maar het vaderschap altoos

voor

Zich

Zelf gehouden

heeft;

maar

het type van

een TN"! en "^^p,

twee vormen waren, waarin de patria potestas op aarde was uitgekomen, dan bestond daarvoor geen noodzaak. God had ook een ander type kunnen kiezen. Waar nu integendeel niet een ander type, maar het type van de potestas magistralis door God gekozen is, daar heeft God in die keuze „sanctie" verleend aan de potestas magistralis. IV. Over de twee andere punten zullen we hier geen nadere adstructie aan toevoegen. God de Heere heeft gegeven 1". de gave voor het ambt; 2^. de onderwerping aan het ambt in de consciëntie. Degave voor het ambt is door God geschonken. Dit wordt ons in de Heilige Schrift vermeld, wanneer er staat, dat de Geest des Heeren vaardig werd over de vorsten en hen tot het ambt bekwaamde. Denk slechts aan het gebed van Salomo en de Chokma, die er noodig is om een volk wel te regeeren. Kegeerkunst is een gave, die den mensch niet uit zich zelf, maar van God toekomt. Waar nu God aan de menschen gaven geeft om landen, volken en staten te regeeren, verschillende gaven in onderscheiden landen, onder verschillende volkeren en aan onderscheiden koningen, daar zet Hij met het verleenen van die gaven Zijn zegel op het ambt, waarvoor die gaven noodig zijn. V. De onderwerping aan het ambt in de consciëntie. De magistrale macht kan niet met sabel en bajonet in stand worden gehouden, wel over enkele rebelleerende personen, maar niet over een geheel rebelleerend volk. Staat een geheel volk tegen den koning op, dan is het uit met het koninklijk gezag. De magistrale macht kan alleen bestaan, indien er in de zedelijke overtuiging der onderdanen gebondenheid aan de magistrale macht aanwezig is, als in de consciëntie de magistrale macht steun vindt. Nu kan die steun voor de magistrale macht in de awnörjaig niet worden terwijl juist die

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen