Locus de Consummatione Saeculi - pagina 56

54 College-dictaat' van een der studenten (Dogmatiek). des Ouden Verbonds uit hun ouden in hun nieuwen toestand. Tegen de voorstelling, die we gaven n.l. dat de geloovigen des Ouden Verbonds tot de hemelvaart van Christus alleen de zaligheid uit de belofte genoten hebben, zou men hebben kunnen aanvoeren, dat zij toch geestelijk met Christus gemeenschap hadden kunnen hebben, omdat Christus toch van eeuwigheid af als Middelaar geconstitueerd was. Maar nu we zagen, dat de gemeenschap der afgestorven zaligen met Christus eene psychische gemeenschap is, vervalt dit bezwaar vanzelf. Immers vóór zijne vleeschwording had de Middelaar geen menschelyke ipvx'n, evenmin als een menschelijk amna. Eerst na de hemelvaart verschijnt Jezus in den hemel met dat psychisch gegeven, hetwelk noodig is voor de bedoelde gemeenschap met de afgestorvenen. Nu is het in dit verband opmerkelijk, dat Jezus ons in de gelijkenis van den rijken man en Lazarus wel toekent een onderscheiden toestand, waarin beiden na hun dood verkeeren; maar, dat de geloovige Lazarus door de engelen niet gedragen wordt naar Gods troon om met den Drieëenigen God zalige gemeenschap te hebben, noch ook naar den Middelaar, maar stg nólnov xov "A^QdCiii. Dat kan natuurlijk niet bedoeld zijn in letterlijken, reëelen zin. Abraham was daar niet lichamelijk en ook al moest dat aangenomen^ hoe zouden dan nog op Abrahams ééne schoot al die millioenen Joden kunnen zitten De beteekenis moet overdrachtelijk zijn, evenals van Johannes gezegd wordt, dat hij aanlag aan Jezus' -aólTiog. Het duidt aan de intieme gemeenschap, waarin Lazarus na zijn dood met Abraham gekomen was.

gcloovigen

I

—

Hieruit

blijkt,

dat

Jezus

zelf

vóór

zijn

sterven

de

voorstelling heeft

gegeven van eene gelukzaligheid na den dood, die niet bestaat in gemeenschap met Grod Drieëenig, noch met den Middelaar, maar met den Vader der geloovigen; en het vermoeden ligt voor de hand, dat hiermede aangeduid wordt, dat het leven der gestorvenen ook een organisch leven is onder een hoofd, dat hoofd blijft. Abraham heeft de beschikking over het water. In dit verband wijzen we er echter alleen op, dat de gestorvenen vóór Christus' hemelvaart nog niet die gelukzaligheid hadden, welke daarna gesmaakt wordt.

De gelukzaligheid van Lazarus bestaat in de gemeenschap met Abraham. Op dezen organischen trek wijst ook het gezegde van Jezus, dat zij' van Oosten en Westen zullen komen en aanzitten met Abraham, Izak en Jakob. Zij

namen dus eene

Filipp.

2

:

eereplaats

9—12. Er

Dan een terugslag op

is

Jes.

en Jesaja? Men zou kunnen vragen: zicli iu

in.

sprake

45 is

:

23.

van de hemelvaart; cf. vs. 9. Wat beteekenen die woorden

hier bedoeld,

vTisgvipmas. bij

Paulus

dat ook de lieidenen enz., die

de diepte {Kazax&óvin) bevinden, zich geveinsdelijk aan den Heere zou-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen