Locus de Consummatione Saeculi - pagina 362

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

De woorden nn^U'^l

duiden aan, dat hier de wereld wordt voorgesteld

-^7^^'^

eene door den vijand belegerde vesting, waarin de mensch wordt aangesteld als de wachter, die haar voor God en in Gods naam te bewaken en te als

bewaren

heeft.

maar

breken,

De

die,

vijand

is

de satanische wereld, die terstond poogt in te

zooals de Schrift leert, niet kan inbreken, zoolang de

mensch

Zoodra de mensch zwicht komt de vloek. Volgens de voorstelling der Schrift is de aarde niet de schotel, waarop de

in zijn ziel

weerstand

biedt.

mensch slechts staat, maar is zij op 't nauwst organisch met dien mensch verbonden, zijn mensch en wereld lotgemeen (Art. 12. v. d. Confessie). Caput

III.

De inbreuke van de Satanische wereld is gekomen. Hij, die de vesting voor God en in Gods naam bewaken moest, is gezwicht. De dood dringt in, voor mensch en wereld staat volkomen vernietiging, verdelging en ondergang voor de deur.

Wat Vs.

geschiedt nu?

De Heere God

9.

van alle gratia,

riep

Adam.

Het roepen Gods

Als een rechter iemand ter dood veroordeeld heeft, executie

over.

Hier

executie,

maar

als

nu treedt God de Heere

gansch

Deze daad en het doel uit te

strekken

is

is

't

begin

zooals ook art. 17 van onze belijdenis zegt.

iets

niet

blijft

op

niets anders dan

als

overgaande

tot

anders met dien zondigen mensch voorhebbend.

om behoudend

en reddend de hand naar den mensch

de gratia. De gratia begint dus niet eerst

met de

paradijs-

belofte.

Vs. terwijl

15.

hier

In

dit

toch

vers

zegt

God

iets,

waar men gewoonlijk overheen

leest,

het antithetisch beginsel van de genade uitkomt. Gevolg van

was geweest, dat eerst Eva en daarna bondgenoot van Satan tegenover God kwamen te staan. Dit sloot absoluten dood in. En nu zegt God: ,,7A- zal tijandschap zetten", d. w. z. het bondgenootschap tusschen mensch en Satan verbreken en wel zoo, dat de mensch in plaats van met Satan gemeene zaak te maken vijandig tegenover hem gesteld wordt. Om vijandschap te zetten tusschen een huis, dat in brand staat, en het vuur, moet men er water tusschen storten. Evenzooy waar het vuur van zonde en Satan met lekkende vlam om den mensch heengrypt, moet God een vijandig element in het vuur brengen, dat het vuur in zijn werking stuit. In VS. 15 wordt niet alleen uitgesproken, dat God tusschen hetmenschelijk organisme en de Satanische desorganisatie een, antithetische verhouding zal zetten, maar ook dat van die antithese A-rar/// zal uitgaan om het vuur der

het indringen van de Satanische wereld

Adam

als

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen