Locus de Consummatione Saeculi - pagina 317

315 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). vindt

om zich heen een nieuw lichaam, een nieuwe aarde en hemel (een nieuwe wereld) en een nieuwe menschheid. Hier

gezaligde

de

een nieuwen bestreden kwijt,

voortdurend

drie

die

nu

krijgt

zijn

kindschap,

bij

den dood raakte

ze nieuiv terug, zoodat alles nu correspondeert

hij

meer in den weg staat. nu op zich zelf ook in eene hoogere

hij

ze

met den

gelukstaat zijner ziel en dien niet

deze

Bestaat

aazriQCa

wikkeling van geestelijk heil, dan tot op de genoten werd, nog afgescheiden van de 86ia? Dit

is

een zeer

Christus

den

zal

en in

alles

ontplooiing, ont-

wederopstanding der dooden

fijne vraag.

het koninkrijk

Gode en den Vader overgeven.

God

zal wor-

allen.

anthropologisch bezien; we bespraken het vroeger in de een ander oogpunt. Eene overgave indiceert eene verandering van toestand. Zoo lang de acozrjQta voor den zondaar nog niet volkomen is geworden, bestaat er voor hem niet anders dan eene afhankelijke gemeenschap met het Eeuwige Wezen. En die gemeenschap nu wordt onafhankelvjk, als de ccoTTjQïa volkomen wordt. Voor de gezaligden in den hemel is er ook

Dit

moet nu

feit

Christologie

van

nu nog

aan de opstanding der dooden toe geen rechtstreeksche gemeenDrieëenig, maar alleen eene gemeenschap door Christus, den

schap

tot

uit

met God

Maar nu zegt 1 Cor. 15:24—28: als de voleinding aller dingen gekomen zijn, dan houdt Christus op onderkoning te zijn, en zal die onderkoning de heerschappij aan God en den Vader overgeven; dan zal ook de Zoon zelf onderworpen worden Dien, die Hem alle dingen onderworpen heeft; dan treedt de rechtstreeksche gemeenschap met God Drieëenig in „opdat God (zelf) alles zij in allen." Middelaar. zal

IVat

is

het j^ositieve der zaligheid ?

Op deze vraag te

hebben,

te

geeft de Schrift ten antwoord: dat

zien,

zijn

gemeenschap

te

smaken,

i.

is

het Eeuwige

e.

w.

om met

Wezen de oude

Dogmatici te spreken: „de visio et fruitio Dei Triunius." Dit hangt saam met het vraagstuk van het summum bonmn. Mijn geluk is dan alleen volkomen, als ik dat, het hoogste goed, bezit. Welnu, het summum bonum is niet iets geschapens, maar de Drieëenige God zelf. „Ik heb drang om met Christus te wezen," dat is de kwaliteit der gelukzaligheid van de ontslapenen vóór de wederkomst van Christus, Zoo spreken dan ook de apostelen over de zaligheid na den dood. Doch „Grod alles en in allen" gaat daarboven, dat is het summum bonum, dat is de volkomen zaligheid, die eerst na de wederkomst des Heeren den zijnen ten deel valt. Dat God zelf in ons woont, de visio et fruitio Dei Triunius, dat

is

het

summum bonum

in absoluten zin.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen