Locus de Consummatione Saeculi - pagina 550

218 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). 2".

ivordt het

legitimistisch beginsel o^nvergeworpen,

wanneer de vorsten van

dagen zich inbeeldden, dat de kroon altijd aan de afstamming uit een bepaald vorstenhuis was verbonden. Zoo beweert b.v. tegenwoordig de graaf van Cliambord de kroon van Frankrijk te moeten dragen. Het geven van de kroon wordt nu volgens Daniël 4 vs. 32 niet aan een genealogische orde verbonden, maar Gods vrijmacht wordt geponeerd om öf genealogisch te werk te gaan öf door opstand den éénen koning af te zetten en een ander in zijn die

plaats te stellen,

Daniel 2

IV.

want God geeft de koninkrijken aan ivien Hij wil. De bovenstaande slotwoorden van Dan. 4 vs. 32 worden

vs. 21.

hier uitgewerkt, soodat de omiventeling opgenomen

De

voorstelling,

revolutie

alsof

verkeerd

is,

men slaat

is

in de Goddelijke Openbaring.

tegen elke revolutie zou moeten de historie van ons vaderland in

zijn, "t

omdat de

aangezicht,

daar wij door twee groote revoluties geworden zijn, die wij zijn, en eveneens deze voorstelling een klap in het aangezicht van het Calvinisme in Nederland, dat in de eerste dier twee omwentelingen en in de Engelsche revolutie is

De vraag is: zijn deze revoluties met het onderworpenheid aan God den Heere al dan niet in strijd? Onze Vaderen antwoordden hierop ontkennend. Eene omwenteling kan zeer goed naar Gods wil zijn. Dit is het juist, wat hier door Daniel tegenover Nebukadnezar, den koning, wordt besproken. Een mensch, die in den tegenwoordigen tijd als Daniël tegen een koning sprak, zou overal een den grootsten

begrip

van

rol

majesteitsschender

naam

heeft gespeeld.

autoriteit en de

genoemd worden. Daniël echter

als

profeet

en

in

den

des Heeren sprekende tot den machtigsten koning, die toen op aarde bestond,

aarzelt

niet

niet alleen

zoo

kras

en scherp mogelijk te getuigen, dat de omiüenteUngen

plaats hebben onder de toelating Gods,

Wil voortkomen.

God

zelf zei de

koningen

af.

maar

dat

De woorden:

zij uit

Zijn verborgen

icant Hij verandert

de tijden en stonden geven dit duidelijk te kennen. Dit slaat niet op een verandering der tijden in den zin van den tegenwoordigen Middel-Europeeschen of Greenwichtijd, maar op de verandering van époque in de geschiedenis van een volk. Zoo is er een dynastieke

tijd,

welke doorloopt, totdat God tusschen-

een nieuwen keer brengt en een nieuwe periode laat beginnen. Dit veranderen van de tijden en stonden en het laten aanvangen eener nieuwe beide treedt,

periode geschiedt door de afzettuig van koningen en door het in hunne plaats

bevestigen van anderen in het koningschap.

Verdere verband laten we hier rusten, omdat het ons te ver zou afleiden. deze uitspraak wijzen we op een der gewichtigste uitspraken van den Apostel Petrus in zake den Locus de Magistratu en wel op V. 1 Petr. 2 VS. 13-17. 't

Na

Uit VS. 13

is

de uitdrukking xxioii

tcr^^Qoj.rivt]

expresselijk in de § overgenomen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen