Locus de Consummatione Saeculi - pagina 549
College-dictaat van een der studenten
217 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
Voor ons komt het vooral aan op het tweede gedeelte:
totdat gij hekent, dat
de Allerhoogste over de koninkrijken der menschen heerschappij heeft en dat Hij
aan wien Hij wil. De reden, waarom we na Eom. 13
ze geeft
hierin,
dat
Heidenschen koning.
men
allereerst op deze plaats wijzen, ligt
Daniël hier niet spreekt tot den koning van Israël, Bij
de
maar
tot
een'
behandeling van den Locus de Magistratu moet
er altijd op letten, of er in de Heilige Schrift sprake is
algemeen, want
van een' koning
wat geldt van den koning van Israël, geldt volstrekt niet altijd van lederen koning. De overheid van Zion komt in een geestelijk koninkrijk voor, en van den een mag men niet concludeeren op den ander. In Rom. 13 komt het algemeene karakter sterk uit in het woord naaa, hetgeen bovendien nog geschreven is onder de regeering van keizer Nero, terwijl er in Jeruzalem geen eigen Overheid bestond. Ditzelfde algemeene karakter komt ook uit in Spreuken 8 vs. 15, van
Israël
of
waar zooals de
van een' koning
pluralis
2''p'7'?
in
't
aanduidt, sprake
is
alles,
van de Overheden
in
't
algemeen.
Daniël dan, hier voor een Heidenschen vorst staande, vraagt van hem, dat hij
de
Opperheerschappij
des Heeren erkennen
zal.
Daniël beroept zich niet
op de Openbaring van Sinaï noch op die der patriarchen maar de
Gratia communis.
Be „Theologia
naturalis" leert
aan de
hij
spreekt uit
vorsten der aarde,
dat zij Gods dienaren zijn. Waar het nu alleen Gfratia communis is, komt het weinig tot een recht inzicht; wel, wanneer ook de Gratia specialis er bij komt.
De Mahomedanen b.v. hebben een zuiver begrip van de Overheid, als dienaresse Gods, maar dit is bij hen niet alleen tot de Gratia communis terug te brengen, want zij kennen ook het Oude en Nieuwe Testament, en danken dus hun recht begrip aan een inzicht in Gratia communis, zooals dat door de Gratia specialis wordt mogelijk gemaakt. Bij de Heidensche volkeren komt dit laatste natuurlijk niet voor, de Gratia communis kunnen zij zich immers niet wel voorstellen. In het Rijk van Babyion en de omliggende streken waren evenwel de overblijfselen van de Paradijs-traditie en van Gratia communis het zuiverst bewaard. Daniël stelt nu aan koning Nebukadnezar, die evenals Lodewijk XIV zich als koning op één lijn met God gesteld had, den eisch terug te treden wordt de zaak uitsluitend bezien van die zijde den koning eens neer te zetten en niet om den onderdanen gehoorzaamheid en onderworpenheid op te leggen het is hier te doen om den koning neer te drukken tegenover de zelfverheffing en een valsche opvatting van het droit divin. Er is sprake van twee dingen, 1^. dat geen koning aan eigen macht of invloed zijn gezag te danken heeft; in zijne eigenlijke positie. Hier
om
;
dat zijn gezag niet absoluut,
maar
relatief is; dat hij cds
somerein de macht van een ander ivaarneemt en
orgaan en instrimienteel
uitoefent,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's