Locus de Consummatione Saeculi - pagina 486
College-dictaat van een der studenten
154
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). het geheele
waarheid
terrein
van
's
menschen bewust
leven.
Ook op het gebied van
bestaan Gods ordinantiën. Met het bewustzijn van waarheid schonlv God de ordinantiën voor waarheid in logica. Daarbij bestaat de plicht tot onderwerping of straf, bij aldien we in gebreke blijven. Alle
schoonheid
en
onderhandeling onder menschen, alle wetenschappelijk onderzoek zonder zich aan de wetten der logica te storen, kortom alle schenden van logica straft zich
Doordat
zelf.
men den
plicht gevoeld heeft tot
onderwerping aan de logische
ordinantie, is er een intellectueele consciëntie geboren.
Op
geldt ditzelfde.
Voor geheel ons inwendig en uitwendig
zijn er ethische ordinantiën;
voor ons denken en spreken, vooi" onze
ethisch
bestaan
gebied
verbeelding en voor wat we doen zullen, dus voor al onze gedachten, woorden, voorstelhngen en daden. Ordinantiën en tevens plicht tot onderwerping. Doet
men
dan volgt de straf. Bv. God wil, dat onze verbeelding rein zal men die nu door onreine voorstellingen, dan wordt de verbeelding bezoedeld, en volgt de straf vanzelf, want de mensch wordt dan gejaagd in zijn bezoedelde verbeelding en mist het vermogen om de smet weg te nemen, die zelfs in waanzin kan overslaan en alle ellendige toestanden in 't leven roept, welke we in krankzinnigengestichten waarnemen. Al gaat dus de souvereiniteit Gods over alles, toch beteekent dit niet, wat wij gewoonlijk onder souverein gezag in den staat verstaan. Ze mag niet zijn.
dit
niet,
Misbruikt
geïsoleerd,
van
't
want het
intellectueele,
is
dezelfde souvereinitet, die ons beheerscht èn op
van
't
ethische èn
't
't
gebied
sociologische leven; ook zal duidelijk
worden, hoe de souvereiniteit op 't aesthetisch terrein geldt, zoo het aan Professor gelukt de aesthetica uit de Gereformeerde beginselen op te bouwen, opdat de gewone burgerpraatjes, alsof het schoon iets onverschilligs ware,
weer worden teruggedrongen.
Conclusie mate en
is
dus,
dat
op
elk gebied de sonvereine
macht Gods
in gelijke
gelijken zin geldt.
Om nu te komen tot het souvereine begrip, gelijk we dat bij den „Locus de Magistratu moeten hebben, voegen we er in de eerste plaats deze nadere bepaling bij, dat het souverein gezag in dien engeren zin daar geboren wordt, waar persoon tegenover persoon komt te staan. Wanneer wij spreken van gezag van een vader over zijn kind, wordt daarmee niet bedoeld, dat de vader gezag uitoefent over het denken of de verbeelding
van het kind
;
neen, het vaderlijk gezag ontstaat eerst daar,
waar het kind als persoon tegenover den vader als persoon treedt, en wanneer nu bepalingen gemaakt worden, iets gedaan of gelaten moet worden, dat met het huiselijk leven in verband staat, dan kan het kind niet vrij in zijn wil zijn, omdat de vader als vader zijn patria potestas over het kind uitoefent.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 486](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's