Locus de Consummatione Saeculi - pagina 320
College-dictaat van een der studenten
318 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
noch
in
menschen hart
eens
heeft voor degenen, die
En om
doen
te
Hem dat
zien,
ooit
is
opgeklommen, maar wat
G-od bereid
liefhebben." dit
deze
bedeeling
verre te boven gaat, zegt
Paulus in Cor.
1
dl
è'X&r]
13
:
9
en
10
xo téXstov, zóts ro
ex (légovg yuQ ytvcóaKOfisv, xat sh ^égovg TCQocprjtsvofisv t'x
orav
^SQOvg KcczaQyrj&riasTai,.
Paulus zegt hier niet, dat x6 f'x [ifgovg met den dood wegvalt; neen; het na den dood nog. het duurt voort, totdat tó rèUiov gekomen is, dan wordt het tenietgedaan. De acatrjQLu bestaat dus in de visio ac fruitio Dei. Toch heeft zij ook een negatief karakter en is daardoor onderscheiden van den geluksstaat van Adam
blijft
in het paradijs, die alleen positief was. Boosheid was daar niet; ervaring van zonde en ellende kende men niet; doch wel bestond de mogelijkheid, dat Satan binnendrong en zonde en ellende bracht.
Wanneer
alzoo de aatr^oïa alleen bestond in een terugbrengen van den
mensch
dan kon ook die zonde en ellende wel weer eens terugkomen, dan kon hij weer vallen. Doch — en dit is het negatief karakter dier ocorrjgïa — dat kan dan niet meer, de macht van Satan en van zonde is voor goed gebroken, en te boven gekomen en hernieuwde inwerking van beide is geheel en al onmogelijk. Wat verder het positief karakter betreft, zij nog dit opgemerkt Adam had een potentiëelen gelukstaat, was potentieel geschapen in gerechtigheid en heiligheid en kennis; alleen door het uitwerken daarvan kon hij komen tot een volkomen geluk; de eeuwige zaligheid was einddoel, waarop de ontwikkeling aanging. Zie Catech. vr. 6 „ojidat hij God zijnen Schepper recht kennen. Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuiüige zaligheid leven zou." Maar de acoTïjQLa geeft dit positieve niet potentieel, maar zóó, als het aan Adam als einddoel was voorgesteld. Daar is het eeuwige leven, de visio ac fruitio Dei Triunius, daar is het geluk volkomen. God de Heere is het summum bonum en de genieting daarvan is het einddoel, het eeuwige leven; in die ücorriQCa ligt het diepste wezen der Gereformeerde belijdenis; dat is de absolutie en de rechtvaardiging tevens van de Gereformeerde Confessie: „God alles, de mensch niets." Toch begingen ook de Gereformeerden hier ten deele eene fout, voor zoover zij wel op de acoTrjQi'a, maar te weinig op de 86Ë,a het oog vestigden. Immers, dat God ons hoogste goed is, dat is nog niet het hoogste. Ten finale toch luidt de Gereformeerde belijdenis: „SoU Deo Gloria." Het TtXog is nog niet bereikt, als niet blijkt, dat die mensch in zijn einddoel niet bestaat in het paradijs,
:
tot
zijne
eigene
zaligheid,
maar
dat
de gezaligde mensch bestaat tot eere
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 320](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's