GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 405

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 405

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

XV.

HOOFDSTUK

393

II.

schuldige kon worden ingezet, en dienovereenkomstig behandeld, bijaldien

de wil des Heeren Heeren het als souverein Rechter alzoo besloot.

En overmits Hij dit nu komen van zijn volstrekte willen

heeft

niet

gewild heeft, en hoewel zich innerlijk vol-

zelf

heiligheid van oogenblik tot oogenblik bewust,

optreden

den staat van een rechtvaardige, met de

in

passende eere en heerlijkheid, maar door eigen wilsdaad opgetreden is in den staat van een goddelooze, ja, van den diepst schuldige, daarbij

wiens ééne schuld aller schuld saam evenaarde, met de daarbij passende smaad en schande en verdrukking, nu heeft van zijn ontvangenis af, in dien staat der vernedering, aldoor onze zonde gedragen en

geen oogen-

is

zonder het dragen van onze schuld geweest. Geheel hiermee in overeenstemming leert dan ook de Heilige

blik

dat het de Heere was, die onzer aller ongerechtigheid op

Hem

Schrift,

deed aan-

loopen. Niet wij hebben onze zonden op den Christus gelegd, en ook niet

Hij heeft ze op zich genomen,

God

voor

om

nu eerst daarna, met onze zonden

verschenen, als een ongerechtige gerekend

Neen, de werking gaat van het Besluit

uit.

te

worden.

Daar liggen de oorsprongen

En het is krachtens dit Besluit dat „Hij het geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn, maar heeft zich zelven vernietigd, de gestaltenisse eens dienstknechts aangenomen hebbende." van

dit mysterie.

Immers Als

dit laatste

hoorde er

Tweede Persoon

in

bij.

de Drieëenheid kon Hij geen zonde of schuld

kon ze alleen dragen door het aannemen van onze natuur. In onze natuur kon Hij als Zoon van God geen schuld dragen naast

dragen. Hij

de onze, of gelijk aan de onze, want dan had Hij een menschelijk individu naast andere individuen moeten wezen.

Neen,

met

al

wat kon, was, dat

Hij,

onze natuur aannemende, ze aannam

de zonde en de schuld die er op

rustte, en zoo inderdaad droeg onze schuld en onze zonde, of gelijk de Catechismus het zoo juist uitdrukt: den toorn Gods tegen de zonde des ganschen menschelijken geslachts. al

TWEEDE HOOFDSTUK. Doch zelen;

het behaagde den Heere Hij

heeft

Hem

Hem JES.

De Middelaar kon

niet lijden,

leed „den ganschen

dan

om

tijd

zijns

te

verbrij-

krank gemaakt.

levens op de

53

:

aard".

lOüf.

Hij

onzentwil; plaatsbekleedend voor ons; en in onze

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 405

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's