GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 365

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 365

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXII. HOOFDSTUK

ZOND.

van iemands persoon, dan aan zyn

-

367

den regel veel minder hecht aan

in

Zeggen

daden.

V.

kan

zoo

het

hij

licht,

woorden,

zijn

maar doen

is

een

tweede. Geldt

nu reeds op

dit

Religieus

religie.

vooral geldt dit op het gebied der

elk gebied,

vrome woorden

te bezigen,

kost

o,

zoo weinig,

maar de

kracht der religie ook in zijn daden te betoonen vereischt een ontzettende

spanning van onzen

wil.

Vroom

woorden, maar onvroom

in

daden

in

is

daarom, helaas een zeer gewoon verschijnsel, en komt het er daarom op de echtheid en de oprechtheid van iemands vroomheid te beoordee-

aan,

dan pleegt men gemeenlijk

len,

vrome vormen overneemt, en nauwkeuriger

te

met niet te maar in de

of gebed,

aan

te hechten, of hij zekere

vrome termen

bezigt,

maar

of iemand zich ook vroom gedraagt.

op,

gezegd, dat iemand, wien het zal doen,

er weinig

vele

om

waarachtige zelf kennisse

te

men

let

moet

Ja,

doen

er

zelfs

is,

wel

zeer te letten op zijn gaven voor vermaan, oefening eerste plaats

nauwkeurig op

zijn

verborgen en open-

baren ivandel.

nu verklaart het

Hieruit

de

religie

uiting

door

het

zich

bijna uitsluitend gewicht ging hechten

men is

in het

gewone

het gekomen,

leven.

men met name

dat

gereedelijk,

vmord gering

in de

gaan schatten en omgekeerd

is

aan &q miino, door daden. Zoo deed

Zoo deed men ook

in de predicatie.

En zóó

dat ook in bet stuk der dankbaarheid de Pelagiaansche

voorstelling de echt Gereformeerde almeer verdrong.

Onder het zoo even gestelde voorbehoud moet deze dwaling echter

De Heere

stuit.

brengen; steldheid

is niet als

behoevende;

we kunnen Hem

van ons hart.

rechtstreeks

in

Is het

van binnen

woorden en daden

gelijk het

voor God

ge-

niets toe-

en hetgeen waar het voor God eeniglijk op aankomt,

dan volgt de uiting ze

iets

is

de ge-

zijn

moet,

vanzelf, en slechts in zooverre

de goede gesteldheid van het hart voortvloeit, heeft

uit

de uiting waarde. Anders niet. Anders stelt ze ons veeleer schuldig; want elke uiting door

woord of daad,

die niet past bij ons hart, is leugenachtig,

ons hart, maar dat hart niet goed voor God ligt, met Gods gebod. Op tweeërlei komt het hier dus aan. Vooreerst hierop dat de gesteldheid van ons hart voor God goed zij; en ten andere dat ons woord en en zoo ze wel past

bij

zondig, als in strijd

onze daad van

God

gesteldheid de zuivere vertolking geve.

die

Vandaar dat

Abraham twee dingen zegt. Vooreerst: Wandel voor mijn aangeen ten andere Wees oprecht. Maar denkt ge u nu het geval, dat de

tot

zicht,

uiting

:

van

dan zult

gij

uw

hart

beide in het woord en in de daad even oprecht

reeds onder menschen,

meer aan hechten dat iemand u

zijn

is,

zoo ge edel van inborst zyt, er veel

dank

betuigt,

^

dan dat hy

uit

dank-

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 365

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's