E voto Dordraceno - pagina 173
ZONDAG En
HOOFDSTUK
VIII.
161
III.
nu zou dit kleine kuddeke nooit vooruit gekomen zoo het zijn taak zelf had moeten verrichten en voleinden. Want ook dit kleine kuddeke struikelde telkens en beging dezen
in
strijd
en nooit gevorderd
zijn,
allerlei mistred.
Maar, en
Naam
dit
is
het hooge en heerlijke,
En
des Heeren Heeren.
die
op
Naam was
die
kleine
kudde lag de
haar een sterke toren.
En
zoo is het toen geschied, dat van achteren al de tegenstand tot niets anders heeft moeten dienen, dan om de belijdenis van den Drieëenigen God steeds heerlijker te doen schitteren, en telkens klaarder te toonen,
hoe zich óf in Pantheïsme, óf in Polytheïsme, óf in Deïsme verloopt, al wie ook maar een haarbreed van de belijdenis van den Drieëenige afwijkt.
Men
zie
een
niet
dus wel
in,
vraagstuk
dat
der
de
van
belijdenis
spitsvondigheden
voor de kerk en voor de menschheid en
den
God
Drieëenigen
maar de levensquaestie
is,
voor
de
heel
toekomst
der
wereld.
Gelukt het aan de gezamenlijke tegenstanders
om
in
en buiten de kerk,
dan is de Christelijke kerk op aarde weg en overstroomt de afgoderij onder allerlei priesterlijke en wijsgeerige vormen weer het aardrijk, geholpen door de doodenbezweerders deze hoogheilige Belijdenis
en spiritisten en
te vernietigen,
allerlei guichelaars.
Want wat men wel
eens zegt, dat de kerk aan de vraag hangt: ,,Wat
dunkt u van den Christus?"
is
slechts ten deele
waar.
Neen
zelfs
niet
aan den Christus hangt de kerk. De kerk is de kerk van den levenden God. in zijn raadsbesluit gegrond en door zijn genade uitgeroepen, en zoo het Hoofd als de leden der kerk zijn wat ze zijn door den levenden God. Alzoo niet de Christus is het Hoogste, maar die levende God, wiens wil te doen zijn spijze was. En slechts in zooverre de belijdenis van den Christus als zelf God, vanzelf de belijdenis van het Drieëenig Wezen onderstelt en eischt, mag gezegd dat van uw belijdenis aangaande den Christus ook uw standpunt afhangt. Mits men dan maar altoos wel versta, dat de belijdenis aangaande den Christus hierbij slechts dienst doet om wat hoofdzaak is en blijft t. w.: uw belijdenis aangaande het Eeuwige
Wezen
vastel ijk te bepalen.
Het kan
om
niet
anders dan
om God
gaan,
en
allerlei
Christelijke
kringen, b.v. de Hernhuttersche, die dit voorbijzagen, en zich aanstelden, als
ging eigenlijk toch
alle
ding door en
om
den Christus,
zijn
geheel
tegen hun bedoeling instrumenten geworden in de hand der Pantheïstische wijsbegeerte,
E
Voto
F
om aan
de zake des Heeren afbreuk
te
doen. Vergeet
niet, II
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's