GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 147

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 147

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

VII.

HOOFDSTUK

135

III.

dan de vroomsten geacht; een ongemeen geheugen brengt en de hersenen krijgen

heiligheid;

uw

in

Christelijke schatting

overwicht op het innerlijk leven der

te sterk

Ook

in

roep van een veel

ziel.

kwaad nu bezwoeren Maccovius en Voetius en na hen Comrie

dit

en Holtius, door van deze onderwerpelijke geloofswerking de zielen terug te roepen naar de schepping des nieuwen levens en het inplanten van het

geloojsvermogen door den Heere. En

op

die wijs naar

als

Rome terugzwenkten

men hun dan

tegenwierp, dat ze

en weer ongemerkt tot de leer van

een „ingewikkeld geloof" kwamen, dan wisten ze wel beter, en hebben ze meer dan eens getoond, dat zij juist nog beter, dan de ,, onverwerpelijke" lieden

Rome

staan konden.

Tweeërlei strekke er

toe,

om

dezen draad verder voort

te spinnen.

Voor wat de „kleine kinderkens" aangaat de opmerking, dat het geloof, gelijk Rome dit opvat, een gemoedsneiging is, die niet noodzakelijk met het bewustzijn in verband staat. Ge onderteekent het stuk ongezien en ongelezen, en toont juist door dat teekenen van wat ge niet laast „uw blind vertrouwen". Tegen deze cceca fides, dit blind geloof", stellen ,,

nu daarentegen de organische opvatting van het geloof, en wel in tweeërlei opzicht. Organisch voor wat onze personen aangaat, in zoover wij

wij belijden, dat het geloof eene hebbelijkheid

is die heel ons wezen, en dus ook ons bewustzijn eigen wordt door de wedergeboorte. En ten tweede organisch in zich zelf, in zooverre, in de kiem, ook, al ontbreekt de werking nog, toch geheel dezelfde aard in zit, die straks uit zal komen, en deze aard, zoo er slechts tijd van leven is. met noodzakelijkheid uit-

komen moet. En voor wat de eenvoudigen

of onnoozelen aangaat, zoo moet steunpunt en verweer tegen het onzalig intellectualisme en de kanker van het

dorre begripsgeloof gezocht in een leggen van allen nadruk op het bovennatuurlijk karakter van de kennisse die uit het geloof komt.

Deze kennisse

mag niet opgevat als geheugenwerk, als begripsgave, als macht om het weer te geven en in woorden uit te spreken. Neen deze van

de

verlichte

oogen des verstands

helderziendheid, gelijk gelijk

de

zaligen

Adam

daarboven

is

en talent kennisse

een geestelijke clairvoyance of

die in het Paradijs vóór die genieten,

om

te

den val bezat, en met ongedekten

zien

aangezichte.

En op

die wijs vervalt

metterdaad elk bezwaar. Het

blijft

des geloofs voor een ieder die zalig wordt. Dit geloof en in zijn volle opbloeien. De zaligheid der kleinen

kussen

van

traagheid voor wie opwiesen tot rijper

is

dan één eisch in zijn kiem

één

wordt

leeftijd.

geen

oor-

En de man

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 147

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's