GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 517

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 517

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

"

ZOND.

XXXIVÖ. HOOFDSTUK

519

III.

DERDE HOOFDSTUK. Kinderkens, bewaart u zelven van de afgoden. 1

Afgoderij

waartoe

natuur

zijn

God varen

alzoo geen vrije schepping van den mensch,

is

Tegen

laat.

weer af

afgoderij

dringt en

drijft,

zoodra

;

Ge

niet.

maar een zonde,

dan ook maar één medicijn, en dat

afgoderij baat

anders

21.

:

den eenigen waren

hij

Dan komt ge van uw

eenigen waren God weer aanbidt.

dat ge dien

is,

hem

Joh. 5

nu eenmaal zóó geschapen, dat ge

zijt

een god moet hebben. Kiest ge nu den waren God, dan wijkt alle gevaar

voor afgoderij afgoderij

tot

om Hem

maar

;

ook, raakt ge den levenden

vervallen.

Geheel

aanbidden en

te

En laat ge het toch god macht over u. nalaten.

Dat velen

dit in

uw wezen

te dienen.

na,

dan

God

kwijt,

God op aangelegd,

er door

is

Daarom kunt

dan moet ge

ge dit niet straffeloos

een of andere

krijgt vanzelf de

af-

onze beschaafde eeuw niet inzien, komt daar vandaan,

dat ze zich de afgoderij bijna niet anders kunnen voorstellen, dan als de

aanbidding van

een beeld, en

om

dat beeld,

en in dien tempel een altaar, en

pel,

tuurlijk

in

dien

zin

em om

dat beeld een tem-

dat altaar een priester.

bij

kan men zeer wel staande houden,

gelooven, en toch evenmin een afgodendienaar

niet in

En

na-

God

te

zijn.

Maar reeds onze Heidelbergsche Catechismus had hen op den beteren

weg kunnen

helpen.

Zeer terecht toch merkt de Catechismus op, dat afgoderij volstrekt niet noodzakelijk

met een afgodischen

eeredienst

gepaard gaat, maar, ook zon-

der eenigen vorm van aanbidding, reeds dan aanwezig, als ge iets anders in

de

Een

plaats

van God of naast God

hebt, loaarop ge

zeer juiste bepaling, die natuurlijk niet bedoeld

mo

is,

vertrouwen

alsof er ook

zet.

on

menschen geen vertrouwen zou mogen en moeten bestaan, en alsof zelfs een zekere mate van zelfvertrouwen niet eisch zou zijn. Dat weet de kenner van den Catechismus wel beter. Een kind moet op zijn vader kunnen vertrouwen, een vrouw op haar man, vriend op vriend, een lid

der

der is

kerk op

zijn

leeraar.

Vertrouwen,

vol,

rijk

onderling

vertrouwen

het cement der burgermaatschappij, en geen bloeien, zoodra dat weder-

zijdsch vertrouwen ondermijnd

trouwen.

Maar daar handelt de Catechismus

is.

niet over. Hij handelt hier alleen

hier

van het diepste fondament van ons ver-

Van den grondslag onzes

levens.

Van

die basis

van ons aanzijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 517

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's