GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 334

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 334

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

322

XII.

HOOFDSTUK

VII.

gegrondvest in 's menschen schepping en nog eer er van zonde sprake viel; en bestond het oorspronkelijk eeniglijk in de volkomene toewijding van heel onzen persoon en heel ons aanzijn en al onze genegenheden aan de eere Gods, dan voelt ge terstond, hoe met de offerande van het Lam van God voor onze zonde, de taak van den priester die voor ons intreedt, nog volstrekt toch

Is

niet

priesterschap

het

bestemming

in het paradijs,

afgeloopen.

is

Neen,

zijn taak is

een dubbele.

we Gode ons zelven geheel ten nu we zondaars wierden, bovendien deze gruwelijke schuld onzer zonde boeten door den eeuwigen dood. Door niets minder kan aan de eere Gods voldaan worden. Ons priesterschap

eischt vooreerst, dat

offer wijden, en voorts, dat we,

Zijn recht

wezen;

straf, die

lo.

is

en 2o.

dat

we Hem met

heel

ons aanzijn toegewijd zullen

dat voor alle schuld straf gedragen worde. Al

is

dus de

ons den vrede aanbrengt, op den Middelaar gekomen, daarmee nog volstrekt niet gekweten, maar blijft nog dat

het priesterschap

is

andere open, dat eigenlijk het oorspronkelijke was,

ook de toewijding van heel ons aanzijn wijden, maar ook voor het verleden. Niet enkel,

om

t.

w. dat wij Gode nu

niet

slechts

van nu

af,

het kortheidshalve alzoo uit te drukken, niet enkel de

schending der wet moet geboet, maar ook de eisch van den inhoud der wet moet volbracht worden. Wie voor achterstalligheid in betaling beboet wordt, is met die boete volstrekt niet van de betaling zelve af. Dienovereenkomstig belijdt dan ook onze Catechismus in vraag 60: „als hadde ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft", en staat ons te belijden, dat onze Middelaar volstrekt niet alleen het rantsoen voor ons betaald, maar ook wel terdege de wet voor ons volbracht heeft. En niet genoeg kan het valsche denkbeeld bestreden, alsof de Christus alleen voor onze zonden gestorven ware, opdat wij dan nu zelven de wet volbrengen zouden. Deze valsche voorstelling toch, die

onder

alle

Arminiaansche schakeeringen der Christenheid,

en ook nu weer onder de Ethischen, schering en inslag is, ziet voorbij: 10. dat we nooit voor het verleden volbrengen kunnen wat toen ongedaan bleef; 2o. dat ons

wandelen

(„Ik zal maken, dat

is

die 30.

God

voorbereid

gij

wegen wandelt", „de goede werken

mijn

in

opdat

heeft,

wij

daarin

wandelen

zouden");

dat zulk een voorstelling een weeroprichting van het

in het

Verbond der Genade

Toch

valt

licht

in

te

God

de wet na onze bekeering genade van

in

en

Werkverband

is.

zien

waarin

hier

de

feil

school:

men

vatte

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 334

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's