E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 416
Derde deel
ZOND. XXXIII. HOOFDSTUK IV.
418
heen zonder is
ooit
gekomen
tot dadelijk geloof
zijn, bij
vroegtijdig sterven den
hun
andere leiding
en dat
al
ze,
en van bekeering
zoo ze uitverkoren
hemel binnen en worden evenals de
anderen der zaligheid deelachtig. Hieruit
<.
te zijn,
hen geen de minste sprake. En toch gaan
bij
blijkt dus, dat
met de jong stervenden volgt dan met de
wat
in
een
later stervenden,
Heilige Schrift voor de later stervenden als eisch
de
gesteld wordt, voor hen niet geldt.
ook niet gehoord.
God de Heere
Dientengevolge
Hun
is
er
is
niet gepredikt.
van een
feitelijk
Dus hebben geloof
ze
hen
bij
geen sprake geweest. Ze konden zich niet bekeeren voor hun sterven. En toch gaan ze de eeuwige zaligheid
Aan
in.
beide soorten van uitverkorenen
is
dus gemeen, dat ze onder een-
zelfde schuld en in eenzelfden dood liggen, en
offerande verzoend
hun schuld door eenzelfde wedergeboorte
uit
dood
den
gemeen ook aan beiden dat is,
en dat ze door eenzelfde
het leven zijn overgezet.
in
Maar de wijze
waarop ze uit hun Wedergeboorte tot de kennisse van den eenigen waarachtigen
God en van
zijnen
eeuwige leven ontvangen
venden verkrijgen "^
van
zijnen
is
Zoon Jezus Christus geraken, en alzoo het
voor beiden geheel verschillend. De later
ster-
kennisse van den „eenigen waarachtigen God en
die
Zoon Jezus Christus" door
/^e^
TToord;
maar de jong stervenden
Woord zelfs nimmer in aanraking. Een uitverkorene die maanden wegsterft, sterft weg zonder te weten dat er als een Woord Gods ook maar bestaat. Voor al zulke uitverkorenen moet de komen met
dat
kind van
drie
Heere zich dus een heel andere wijze hebben voorbehouden, om hen tot de zaligheid te leiden. De kennisse van hun Middelaar moet hun op geheel andere manier worden aangebracht. En waar de heilige apostel de tegenstelling maakt, dat we hier wandelen door geloof, maar eens wandelen
hebben onze oude godgeleerden het vermoeden
zullen door aanschouwen, geuit, d.
i.
dat God de Heere deze jong stervende uitverkorenen
j;er visionem,
door onmiddellijke aanschouwing, het heil van den Middelaar kennen
leert.
Wij voor ons wenschen ons op dit punt niet in üdele gissingen te verdiepen. Er is ons toch omtrent de wijze waarop God de Heere deze jong
y stervenden niet
ter
zaligheid leidt,
geopenbaard
is,
voorwerp van kennis
volstrekt niets geopenbaard;
kan voor ons zijn.
er zeer velen jong sterven;
Al wat
in geestelijke
we
stervende uitverkorenen
vóór hun sterven
aangelegenheden geen
weten, en zeker weten
bijna de helft van de geborenen;
ook onder deze jongstervenden uitverkorenen alleen
wedergeboren
en wat ons
zijn; 30. dat
is: 20.
lo.
dat er
ook dezejong-
door Christus zalig kunnen worden,
moeten
zijn;
en
40.
dat
hun Woord
dat ze vóór
sterven geen prediking des woords vernemen, en dus niet door het
en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
![E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 416](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno-toelichting-op-den-heidelbergschen-catechismus/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's