GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 457

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 457

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND.

vorm aanzegt, dat breken,

niet

geboden

in

ander

het

in

tegelijk

zin,

)iiet

zullen echt-

weet de Heere, dat ze deze

waarin ze gegeven

zijn,

toch niet

houden, en daarom bluscht Hij den gloed

zullen

niet

wet terstond

zijn

Maar

zullen stelen enz.

459

I.

goden zullen dienen,

ze geen andere

den geestelijk diepen

kunnen en toch van

XXXIV(^ HOOFDSTUK

bloed

der offeranden, dat krachtens een

van dezelfde wetgeving eiken morgen en eiken avond moest

deel

vergoten worden.

Er

dus geen

is

de wet der Tien geboden, gelijk ze hier als

twijfel, of

aan

speciale wetgeving

voorkomt, maakt een deel

Israël

van het ^

uit niet

Werkverbond, maar van het Genadeverbond. G-een oogenblik wordt de gedachte

gevoed,

alsof

volbrenging van deze Tien geboden

door

Israël

het eeuwige leven zal verwerven. Veeleer onderstelt de geheele priesterterstond na de afkondiging der Tien geboden wordt inge-

lijke dienst, die

genade leven

steld, dat Israël uit

kan worden

verlost. Iets

zal,

wat echter

en alleen door goddelijke verzoening

niet

wegneemt, dat

in deze Israëlie-

tische wetgeving deze Tien geboden een geheel eigen plaats, ja, de hoofd-

innemen, en in zeker opzicht een geheel eenig karakter

blijven

plaats

dat stand

dragen,

geheel

is

houden, ook als de cerimonieele dienst in Israël

blijft

ondergegaan. eigenaardig karakter der Tien geboden blijkt uit de geheel

geheel

Dit

afzonderlijke

waarop deze geboden

wijze,

zijn

afgekondigd. De overige

Tien geboden

geboden verordineert de Heere door Mozes, de Hij zelf

af.

goddelijk

u

Iets

openbaart,

of

zijn;

maakt voor het

want

of

God

zelf

wel u dien wil kennen doet door zijn gezant^

Maar wel maakt het onderscheid voor de

de

in

eerste

plaats, die zulk

het geheel der wetgeving inneemt.

een stuk der wetgeving in zij

verschil

geboden bekleed

kondigt

voor u geheel hetzelfde en bindt u op even strenge en onverbiddewijze.

lijke

wat natuurlijk geen het minste

gezag waarmee deze

wil

zijn

dit is

plaats opgemerkt, dat de wetgeving aan Israël

En dan met de

Tien geboden begint. Er gaat niets vooraf. Heel het volk wordt saamgeroepen

om

aanvang

zich

zal

te

legeren

nemen,

is

het overige voorafgaat. dezer het

Tien geboden

feit,

dat

volk

uitriep,

nog,

dat

in

'

de

om

grondwet der Tien geboden,

de

het

En was

duidelijk

Heere

den Horeb, en nu, nu de wetgeving een

aangewezen,

zelf deze

zelf, als

nog duidelijker sprak

Tien geboden voor het oor van

zoodat heel Israël de

de Heere

aan

die

al

reeds hiermee het geheel eenig karakter

stemme des Heeren

dit in al het

hoorde. Ja

met eigen vinger deze Tien geboden

meer

ingrifte

stukken rotssteen van den Horeb, en Mozes met deze steenen platen

naar het volk omlaag zond.

>

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 457

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's