E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 208
Derde deel
XXXa. HOOFDSTUK
ZOND.
210
voorstelling alsof Golgotha zonder
ongeestelijke
Maar wat
zou.
zaligen
is
te leiden,
naar een stad
V.
meer op
toepassing? Wanneer er
om
zichzelf de ziel edel drinkwater
op de duinen of in de rotsen een waterleiding
of bron van zuiver water geopend wordt, dan zal mij in mijn huis dit water natuurlijk niet baten, tenzij ik dat water op mijn huis toepas, en
mijn woning met die bron of die waterleiding in verbinding stel. Maar die toepassing en in verbinding stelling bestaat dan niet daarin, dat ik in mijn eigen huis de bron kopieer of naboots, maar uitsluitend hierin, dat ik de werking en de kracht en de vrucht van die bron naar mijn huis
nu
toeleid. Is
naar luid van den profeet Zacharia,
zoo,
in
den Christus een
„fontein geopend tegen de zonde en tegen de ongerechtigheid," dan moet natuurlijk voor mijn ziel, zal ze aan de fontein deel hebben, de vrucht
van
haar kracht en haar werking naar mijn
die fontein,
geleid.
Doch daartoe moet dan
uit die fontein mij toestroomen.
moet het water
ziel
worden
toe-
Mis wil, voor een iedereen
nabootsing van die ééne ware fontein geopend, maar
in
fontein
aparte
niet, gelijk de
Diensvolgens belijden wij
dan ook van ganscher harte, dat de vrucht van het zoenoffer van Christus ons door den Heiligen Geest moet worden toegepast en door ons alleen geloof.
kan genoten door het
Rome
daarentegen
stelt in
de Mis, dat Christus, de wezenlijke Christus,
gedurig weer en weer geofferd wordt. Elke Mis is dus een nieuwe wezenverklaart de Mis, niet een schijnofierande, maar een lijke offerande. Zij wezenlijk offer te zijn.
op het altaar sterft, bij
de
schied
en
is,
is
de ware, wezenlijke, werkelijke Christus die
die door de separatie
ligt,
alsnu als
Mis
Het
gedood wordt, en dus nogmaals
gedoode Christus Gode wordt opgeofferd. Er geschiedt
dus waarlijk,
wezenlijk
alleen op andere wijze.
en
werkelijk
Daar bloedig,
in de Mis onbloedig.
die volgens de Schrift alle kracht
onderscheiding,
wat op Golgotha
ge-
Een
aan de Mis ontneemt,
daar toch de Schrift betuigt, dat er zonder bloedstorting geen vergeving geschiedt. Doch hierbij blijft de tegenspraak met de Heilige Schrift niet. op Golgotha het offer voor onze zonden volbracht, dan natuurlijk blijft er geen zonde meer te delgen over. Daar nu de Mis stelt, dat ook haar onbloedige offerande schulddelgende kracht heeft, zoo volgt er uit, dat de Is
rechtstreeks
Mis
ontkent, dat het offer van Golgotha alle zonden volko-
menlijk verzoend heeft.
En
al
weten we nu zeer goed, dat de Roomsche
kerk het Misoffer geen oogenblik losmaakt van het offer op Golgotha, en er slechts een aanvulling en herhaling van dat ééne offer in ziet, zoo blijft
te
toch het
staan
Misaltaar
aan is
feit
het offer op Golgotha.
het
komt Immers én op Golgotha én op het
staan, dat het Misoffer in waardij geheel gelijk
beide
malen de ware, wezenlijke, werkelijke Middelaar,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's