E voto Dordraceno - pagina 23
ZONDAG
HOOFDSTUK
I.
11
II.
en Denemarken zochten, met vrouw en kroost te midden van een barren
maar steeds is van gereformeerde zijde het grenslijn afgekeurd. onzuivere van zoo trekken Ook „onder een deksel" moet de predikatie der waarheid wel terdege geëerd worden, niet om het deksel, maar in weerwil van het deksel, dat
winter herberg geweigerd;
op
er
ligt,
om
de waarheid, die er onder schuilt. Zelfs het meer aan-
merkelijk deel van waarheid, dat nog in de belijdenis der ligt,
is
eerste conditie
te
noemen, en
niet
te
nemen. Dus
niet
mits
op de conditiën dat het hier aankomt. zal ophouden 'dit deksel deksel zal aflaten van de poging om het van de waarheid af zeggen zooals thans: ,,Och, Luthersch of Gereformeerd,
op twee conditiën, en het
De
Roomsche kerk
door onze beste en vroedste mannen steeds gewaardeerd;
is,
is
dat
men nimmer
Mennoniet of Remonstrant, Roomsch of Grieksch, dat doet
er niet toe!"
maar rusteloos zijn protest herhalen tegen alles, wat in deze belijdenissen onwaar is. Deels omdat de waarheid zelve te heilig en te heerlijk is, om bedekt te mogen blijven. Deels omdat liefde voor de Luthersche en andere broederen niet gedoogt, dat we hen drabber water drinken laten, waar ook voor hen zuiverder wateren vloeien konden.
omdat
En ook
en niet het minst,
aflaten van zulk ernstig protest tegen de dwaling, uzelven en
kinderen aan het gevaar blootstelt,
om
Maar er is een conditie en deze is we noch met, noch zonder deksel
dat
er zelven hier ooit
mee
te
wel hoofdzaak; als
religie
uwe
worden behept. en
die
is,
erkennen zullen,
wat geen geopenbaarde waarheid is. Een Lutheraan (mits hij het met Luther houde en anders draagt hij zijn naam valsch) wil van niets anders dan van geopenbaarde waarheid weten en verwerpt alle redevondsten. Een Mennoniet (mits hij Menno's volger zij) staat op geheel hetzelfde standpunt, zij het ook dat het bevindelijke hem soms parten spele. Een Griek moge allerlei overlevering en kerkelijke vondst naast de Schrift leggen, maar toch ook hij wil niet uit de menschelijke wijsheid putten, maar zich laven aan de wateren des heils. Ja, zelfs een Roomsche, hoeveel onwaars hij ook bij zijn waarheid menge, houdt toch altoos staande, dat de waarheid, die een Christen belijden zal, op bovennatuurlijke wijze van God moet zijn geopenbaard.
Maar de dwalingen,
die thans
ingang vinden, laten
juist
dit
heerschend grondbeginsel varen en tasten de Openbaring zelve
alles in
be-
haar
geheel eenig karakter aan.
Men
zegt nu, dat de afgoderijen der Chineezen en der Hindoe's, der
Grieken en Romeinen, der Celten en Germanen, wel minder rijpe godsdienstvormen waren, maar toch bloesems, ontloken aan denzelfden stam,
waaraan onze
Christelijke Religie
is
opgebloeid. Verschil in graad wil
men
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's