E voto Dordraceno - pagina 335
ZONDAG
HOOFDSTUK
XII.
323
VII.
namelijk het plaatsbekleedende van den Middelaar
uitwendig op, en
te
lavam daardoor tot de zoo door en door verkeerde voorstelling alsof de Middelaar een individu naast andere menschelijke individuen was; iets v/aar
natuurlijk
terstond uit volgde,
dat zulk een
menschelijk individu
had te volbrengen, en het dus voor ons niet kon. Een redeneering die op dat valsche standpunt volkomen juist en onweerde wet voor zich sprekelijk
zelf
is.
Van meet
daarom onze Gereformeerde kerk er zoo dringend men toch in Christus geen mensch naast andere menschen zou zien, en nooit zou zeggen, dat de Zoon van God een menschelijken persoon, maar alleen dat hij onze menschelijke natuur heeft aangenomen. De Middelaar is en blijft onveranderlijk de Zoon van God, en overal waar Hij optreedt, treedt niet een menschelijke persoon op, die tevens Zoon van God is, maar treedt op de Zoon van God in onze menschelijke af heeft
tegen gewaarschuwd, dat
natuur, naar ziel en lichaam beide.
Ware het een menschelijk persoon geweest, dien de Zoon aannam, dan hadden de Neo-Kohlbruggianen gelijk, dat Hem ook onze schuld uit Adam wel moest zijn toegerekend; en hadden de Irenischen gelijk, dat Hij voor zich zelf de wet volbracht heeft; en hadden de Modernen gelijk, dat het met alle recht, om een onschuldig persoon voor een schuldig strijdt persoon
te laten sterven.
Heel deze voorstelling
is
dan monstrueus.
Neen, de eenige en natuurlijke Zoon van
God nam onze
menschelijke
natuur aan; niet gelijk die natuur aan één individu, maar gelijk ze aan heel ons menschelijk geslacht behoort; en uit dien hoofde nu
anders dan
in
alles
plaatsbekleedend voor ons staan.
deed, deed onze menschelijke natuur in en door
kon
Want
al
Hem, en dus kon
voor zich zelf de wet niet volbrengen, maar wierd ze
in
hij
nooit
wat
Hij
Hij
ook
en door
Hem
volbracht voor onze menschelijke natuur.
Verderop
in
den Catechismus komt
zoo hier maar reeds verstaan
is,
dit
breeder ter sprake;
hoe een valsche
leer
genoeg,
aangaande
den
Christus hier alles verdorven heeft, en hoe terugkeer tot de zuivere, alleen waarachtiglijk vertroostende belijdenis eerst dan mogelijk
dwaling die
in
is,
als
de grond-
den Middelaar een menschelijken persoon naast de andere
met tak en wortel is uitgeroeid. den Middelaar niet een inbreuk op het recht en ook niet een eigenwillige aanbieding van den eenen mensch voor den ander, maar uitvloeisel van Gods wil. Hij heeft Hem verordineerd. Hij heeft Hem krank gemaakt. Onzer aller ongerechtigheid heeft Hij op Hem menschelijke personen
De
plaatsbekleeding
ziet,
is bij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's